Antilliaanse Cahiers. Jaargang 1-2

[p. 37]

Tropenmensen

Wij blijven overnachten
en vliegen morgen verder
we weten nooit wanneer
en gaan maar weer
gevleugelde gedachten

Het hele gore noorden
sluipt koud en donker samen
daar zijn wij geweest
op een bruiloftsfeest
met broeiende woorden

Als het zuiden koren zaait
zijn wij verre vogels
thuisgekomen na de lange winter
van sneeuw ijzegrijs daarginter
de hele meeuwenmassa kraait

Wij gaan er kleuren kopen
het denken komt nooit vrij
maar leeft er domweg dorstig mee
ons hemelhuis was blauw gedwee
zijn wij gebleven in de tropen