Antilliaanse Cahiers. Jaargang 1-2(1955-1956)– [tijdschrift] Antilliaanse Cahiers– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 27] [p. 27] Ochtend In de verse ochtend zijn de blaren vochtig nog al heeft het gister niet geregend de dieren druilen beslagen behaarde domme neuzen snuiven de groene morgen droevig in en de hele lucht is wakker boven de akkers van mijn vader Vorige Volgende