Antilliaanse Cahiers. Jaargang 1-2(1955-1956)– [tijdschrift] Antilliaanse Cahiers– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 6] [p. 6] Leo Vroman Het komt Het komt! Komt hongertraag de hoek omhoeken- aanstaar zijn benenkwispel die zich herwaarts buikt; herwaarts hangen zich zijn bordenbroeken en schuurt zijn haarvertakking die de muur bestruikt. Twee hobbelkussens bollen soepvlies-dik; een haakhand noemt zich ader-harig vader doch achterslaaft zijn slaagbedronken blik en onontkijkbaar fronst zijn vloekwang nader. De baard, oneetbaar droog, roest veldoorlopen, de oogbal wringt zich naadloos bitter dicht, een beurse bronbek barst behoeftig open, schatert zich scheurbloed in het maangezicht Later ontwaakt de ziel in 't zoetste heden. Gebald is nog het hart, als 't hoofd reeds wenend hoort fluiten boven lommerlicht en vrede. Vorige Volgende