Amsterdamsche Vreughde-stroom (Tweede deel)
(1655)–Anoniem Amsterdamsche Vreughde-Stroom, De– Auteursrechtvrij
[pagina 128]
| |
Stemme: La Vignone, &c.
AL hoe wel ramp, op ramp
Gedurigh mijn vreugd en glory eyscht ten kamp,
En valt my aan
Om neer te slaan,
Nochtans blijf ik vrymoedigh staan;
En handel,
En wandel,
Verblijdt,
Tot spijt
Der swarte nijt
Met u (O blom)
Mijn eygendom
Van wien ik deze kracht bekom.
2 Mijn eenigh toeverlaet,
Daar heden mijn Leven, Hoop, en Heul op staat.
O! lieve Meyt,
Vol zoetigheyt
Wel waart van elk te zijn gevleyt.
| |
[pagina 129]
| |
Al quamen
Te samen
’t Verwoet
Gebroet
Wt Stix gewroet,
Tot mijn verdriet;
Ik acht het niet
Zoo langh my troost van u geschiet.
3 V aangenaam gelach,
Beglinstert mijn hert, veel klaerder als den dagh.
V hel gezight
Mijn blyschap sticht;
V lieve mont mijn druck verlicht;
V leden
En zeden
Vol Deugd’
Verheughd
Mijn ziel met vreughd,
Dies ik, Godin,
Door trouwe Min,
My sonder u niet vin.
M. W. de Ionge.
|
|