Amsterdamsche Vreughde-stroom (Tweede deel)
(1655)–Anoniem Amsterdamsche Vreughde-Stroom, De– AuteursrechtvrijToon: Als Atalante dooden maakte.
ALs den dagh eens quam door-dringen,
En sijn stralen gingen
Lieflijck, door de telgen al van het groene wout,
Alwaar ick vind, mijn lief Clarind, dees woorden singen,
O Herders kint, mijn lief Amint, waer of ghy u onthout.
2 Mocht ick u d’ aangename kusjes
| |
[pagina 120]
| |
En vergode lusjes,
Plucken van u lieve mont, en soete kaakjes root,
Ick gaffer u, wel duysent nu, en sou gerusjes,
V dalen doen, door menigh soen tot in Clarindes schoot.
3 Op soo aangename woorden,
Als ik van er hoorden,
Kom ik onverwacht haar door de telghjes by;
Daar kusten ick en blusten ick die lieve boorden,
Als een Robijn, op ’t Ambrosijn van hare lipjes bly.
4 Sy begint van schrick te karmen,
Maar ick met mijn armen,
Neem en werp haar op een bedt van Roosjes wit en root.
Daer ick haar doe, stoeyde soo moe, sy riep och armen,
Maaght Clarint, houd op Amint of anders ick raak doot.
Ruelles.
|
|