Amsterdamsche Vreughde-stroom (Tweede deel)
(1655)–Anoniem Amsterdamsche Vreughde-Stroom, De– AuteursrechtvrijStemme: Als de Zon zijn bruyne Daken.
SOeters, kom op ’t yser-klappen,
Nu met vreughde slapen
In Buurmans Kelder, en voldoetje Lusjes met playsier,
By ’t zoet gesnak,
Gekis, gebak,
En laat nu tappen
Met vrolijckheydt,
Als ’t is gezeyt,
’t Beloofde Wijn en Bier.
| |
[pagina 40]
| |
2 Hier is ’t beste van de Grutter,
Eyeren, Melck en Butter.
Lang maar een pot en lepel, om dit tuyg in een te slaen:
En voeghje hier
Al t’saam by ’t vyer,
Het is veel nutter
Dat wy de vreughd,
Met zoet geneught
Dus brengen op de baan:
3 Dan men door het langsaam sloeren
Liet de lust vervoeren,
Dies queelt eens op, nu meysjes, hoe sit jy dus traag en stram?
Of koomje maar,
De Wevenaer
Sijn huys beloeren?
Soo staat vry op
Van deze trop,
En gaat van daar ghy quam.
| |
[pagina 41]
| |
4 Want men moet by ’t Wafel-bakken
Steets wat koodighs snaken,
En neur’en soms een Deuntjen op een aangename wijs:
Terwijl men tult,
En smeert, en smult,
En ’t nat doet zakken
Het buyckjen in,
Om op de zin
Te streven na de prijs.
4 Zoo sal yeder een getuygen
Van ons vrolijck juygen.
Tza, tza, Buur-vrysters schep nu moet, en houtje lustigh by
Hem, die jou vleyt:
Om zoetigheydt,
Daar uyt te zuygen,
En steltje krop,
Te drinken op
Een kusjen aan weerzy.
M. W. de Iong.
|
|