Amsteldamsche minne-zuchjens(1643)–Anoniem Amsteldamsche minne-zuchjens– Auteursrechtvrijop verscheyde nieuwe wijsjes, door lievende gheesten uyt ghestroyt Vorige Volgende [pagina 208] [p. 208] Doris-Minne-Clacht: Courante Bourbon. INt schimm 'rige donker, Eer Phoebi gefloncker, Om d' Oosterpoolen swiert, Dewijl dat Aurora, Ter liefde van Flora, De groene landouwen ciert: Wijl slaap-lust yder heeft omvaan, Ontwervel ik de pekel-kraan, Van mijn Min-yver-graage borst, Die soo veel Minne-rampen torst. 2 Tuyg beemden, en boomen, Tuyg Beecken en stroomen, 't Lieftokkelende soet, Wen Cupidoos dartlen [pagina 209] [p. 209] Ons Zieltjes dee spartlen, In Paphos weeldrige vloet: Wen ik ô heyl! als Bruydegom, Junonis Elpentroon beklom: O soet doch haast vervloogen vreucht! Hoe prangt gy 't hert met ongeneucht. 3 Siel roovende pronkje, Sal noyt meer een lonkje, Ontdooyen 't Ysig' hert? Sal nimmer een streekje, Wt weerliefdens beekje, Omswadderen liefdens smert? Ik quyn, en teer, en smelt tot niet: Soo j' inder yll' geen hulp en biet: Minne-God doof: ay? doof, dees brant: Eer ick op Atroys oever strant. ô Min! ô wreede min! wat brouwt mijn trouheyt euvel? Nu Clorimena deijst van echts gegronde heuvel. P. Dubbels spe vivo: Hoop baert troost Vorige Volgende