nagedachtenis van den onsterfelijken Meester.
Als twintigjarigen hebben wij hem gekend op het oogenblik dat heel zijn Volk hem vieren kwam. Wat heilig moment toen duizenden monden op de Groote Markt van Antwerpen met eene onzeggelijke geestdrift zongen zijn eigen onverzettelijk geloof ten zijner eere:
Kent gij een grooter Volk Vrijer is het niet.
Hij, het machtig orgaan van ons ras, die de openbaring aan ons zelf bracht, stond te luisteren in een venster van het Stadhuis.
Benoit was de heerlijkste kunstenaar die sinds het begin der vorige eeuw zoo zuiver onze Vlaamsche ziel mocht uiten, algemeener dan Conscience, en niet zoo afhankelijk van den tijdgeest was hij een der enkelen die met open oog den tijd mogen aanblikken, wel bewust dat hun werk leven zal.
Met den vromen eerbied van heel jonge zielen blijven wij den Meester in ons innig aandenken trouw.
Lode Baekelmans.