Almanak voor de Nederlandsche West-Indische bezittingen, en de kust van Guinea. Jaargang 1861
(1860)– [tijdschrift] Almanak voor de Nederlandsche West-Indische bezittingen, en de kust van Guinea– AuteursrechtvrijE. Eenige bepalingen omtrent scheepvaart en koophandel in de Kolonie Suriname.a. Over de aankomst en het verblijf van schepen ter reede van Paramaribo en hun vertrek van daar.(Extract uit het Havenreglement van 1828, G. bl. no. 14, het Reglement op de Scheepvaart van 1831, G. bl. no. 3, het Reglement op den in-, uit- en doorvoer en lasten op de scheepvaart van 1849, G. bl. no. 5, de de publicatien van 1830, G. bl. no. 11 en 1850, G. bl. no. 2, en andere ampliatiën op die Reglementen). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 136]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Alle gezagvoerders of schippers van koopvaardijschepen ter reede van Paramaribo zullen zich moeten onderwerpen aan de bevelen van den havenmeester of van diens assistent. Het overbrengen dier bevelen geschiedt door tusschenkomst van den kommandant der reede, waartoe meest een der oudst aanwezige kapiteins wordt benoemd. Nederl. schepen die regtstreeks uit het moederland komen, zonder eenige haven buiten Europa te hebben aangedaan en zonder in zee met eenig vaartuig communicatie te hebben gehad en waarvan de passagiers en de equipage gezond zijn, behoeven het fort Nieuw-Amsterdam niet aan te doen, maar kunnen van zonsopgang tot zonsondergang dadelijk naar de stad doorzeilen. De schepen die aan deze vereischten voldoen, zullen ten teeken daarvan, van de voortop hijschen een zwarte bal, onder de nummervlag van het Zeemans-collegie waartoe de kapitein behoort (bij gemis van nummervlag wordt ook wel de Nederlandsche vlag gebruikt). Zoodra het schip de ter reede liggende oorlogschepen voorbijzeilt, zullen door de sloep van een derzelve de aan boord zijnde brieven en postpaketten worden afgehaald. Alle Nederl. schepen die niet in de bovenbedoelde termen vallen en hetzij zij uit eene vreemde haven komen of wel zieken aan boord hebben, alsmede alle neutrale vaartuigen, zullen bij het forteres ten anker komen en aldaar door een officier van gezondheid worden gevisiteerd (tegen betaling van f 3). Ook zal elk scheepskapitein zich moeten voorzien van een exemplaar van het Reglement op de scheepvaart van 1831, waarvoor hij, na aankomst op de reede ter Algemeene Secretarie f 2.50 moet betalen. Voor schepen die meer dan eenmaal in één jaar de kolonie bezoeken, behoeft dit slechts ééns te geschieden. Voor de stopschoten die van het forteres mogten worden gegeven, om een schip de doorvaart te beletten, moet betaald worden: voor het eerste f 5, voor het tweede f 10 en voor het derde f 15. Gezagvoerders, die buskruid aan boord hebben, zullen hiervan onmiddellijk kennis geven; zoo het voor scheepsdefensie is, zullen zij het in bewaring in 's Lands kruidmagazijn op het fort Nieuw-Amsterdam of in het fort Zeelandia moeten deponeren en aldaar bij vertrek weder in mogen laden. Zoo zij als handelsartikel buskruid of schietgeweer invoeren, zullen zij het aan niemand mogen vekoopen dan aan gepriviligiëerde verkoopers, ten zij het Gouvernement mogt verkiezen hetzelve aan te koopen, op verbeurte eener boete van f 200. Geene passagiers uit Nederland mogen in de kolonie worden aangebragt dan voorzien van een pas, afgegeven door het Ministerie van Koloniën. Passagiers uit de Nederlandsche koloniën komende, moeten een pas van den gouverneur dier kolonie medebrengen. De schipper of gezagvoerder zal voor elken passagier zonder pas eene boete van f 200 verbeuren. Passagiers uit vreemde plaatsen, zonder pas aankomende, moeten den gouverneur vergunning vragen, om in de kolonie verblijf te houden, onder borgtogt, dat zij niet ten laste van de gemeente zullen komen. Geen passagiers, behalve die, welke het burgerregt in de kolonie bezitten, mogen ontscheept worden, alvorens van | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 137]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
hunne namen, ouderdom, beroep, enz., door den gezagvoerder opgave is gedaan aan het hoofd der politie, die daarna een permit tot ontscheping geeft. Bij verzuim hiervan verbeurt de schipper voor elken passagier eene boete van f 50. Dadelijk na ontscheping zal de gezagvoerder de passagiers naar den gouverneur en naar het commissariaat van politie geleiden, op verbeurte eener boete van f 10 voor elken passagier. De gezagvoerder zal verder ter Algemeene secretarie onmiddellijk overleggen, zijne zeebrieven, zeepassen en verdere scheepspapieren, benevens de lijst der passagiers met hunne passen. Voorts zal hij zich binnen de 24 uren na arrivement bij den havenmeester vervoegen, om de plaats te vragen waar zijn schip in de laag moet liggen; geen schip mag die plaats zonder vergunning van den havenmeester verlaten dan alleen in geval van plotselinge brand. Bij het komen op de reede moeten de schepen hunne vlag hijschen en in de laag komende, hunne kluiverboomen en jaaghouten inhalen. Geen koopvaardijschip zal een wimpel of standaard mogen voeren, als alléén de kommandant der reede, wanneer er geen oorlogschepen aanwezig zijn. Bij aankomst of vertrek van een oorlogschip, alsmede op de verjaardagen der leden van het Koninklijk huis, moeten op alle schepen de vlaggen worden geheschen. Wanneer door den havenmeester eene sloep van een der schepen gerequireerd wordt, zal daaraan dadelijk moeten worden voldaan, op eene boete van f 25. Na het nachtschot moeten alle vuren in de scheepscombuizen uitgedaan worden en mag er geen licht worden gebrand dan in de kajuit van den kapitein. Niet vóór 's morgens 5 ure mag er weder vuur aangelegd worden. Op de overtreding dezer bepalingen staat eene boete van f 20. Ingeval van brand op een der schepen, zal de gezagvoerder de scheepsklok doen luiden en één man van de equipage onder het geroep van brand naar den havenmeester zenden. Al de andere schepen zullen sloepen met eene genoegzame bemanning naar het brandende schip zenden, voorzien van putsen, scheepshaken, bijlen, jaagtrossen, enz. Verder zullen bij brand de regelen worden in acht genomen bepaald bij de artikels 10, 14, 15, 16, 22 en 23 van de Publicatie van 1 Mei 1857, G. bl. no. 5. Op ieder schip ter reede van Paramaribo zal van het nachtschot tot het dagschot toe, behoorlijk wacht op het dek worden gehouden en door eene ronde van den havenmeester of andere bevoegde autoriteit aangeroepen, antwoord worden gegeven, op eene boete van f 10, wanneer er geen wacht gehouden wordt en van f 5, wanneer die wel gehouden wordt, maar driemaal aangeroepen zijnde, niet zal hebben geantwoord. Wanneer een schip uitgeklaard is, ontvangt de gezagvoerder van den gouvernements-secretaris kosteloos een permissiebiljet tot vertrek, welk biljet aan de hoofdwacht van het fort Zeelandia en door den kommandant van de forteres Nieuw-Amsterdam voor gezien moet worden geteekend (beiden kosteloos). De gezagvoerder mag geen passagier zonder pas uit de kolonie medenemen, op eene boete van f 300 en geen slaaf, zonder eene | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 138]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
speciale vergunning van den gouverneur, op eene boete van f 500. De gezagvoerders van vaartuigen, behalve zij die van droogerspassen voorzien zijn, ontvangen telkens bij aankomst op de reede een exemplaar van het havenreglement, tegen betaling aan den havenmeester van f 2, behalve de f 5, welke dien ambtenaar buitendien als emolument toekomen. Aan de nationale schepen naar Nederland bestemd is de verpligting opgelegd, om uiterlijk driemaal vier en twintig uren voor hun vertrek den havenmeester te waarschuwen, ten einde de brieven en depêches bij tijde ter verzending gereed kunnen zijn. Wanneer gezagvoerders de hulp van de ter reede liggende oorlogsstoomboot tot het naar buiten slepen van hunne schepen mogten noodig achten, zullen zij bij de aanvrage daartoe zich bij den kommandant van dat stoomschip dienen te vergewissen omtrent het maximum diepgang waarop het schip zal mogen worden geladen; als zijnde het uitsluitend aan den kommandant van het maritiem station overgelaten de verlangde hulp te weigeren, wanneer bij onderzoek mogt blijken dat het koopvaardijschip meerdere diepgang heeft dan tot het slepen veroorloofd is. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
b. Over het afleggen van scheepsverklaringen in Suriname.
|
Voor het stellen van een exhibitum op een journaal | f 1.00 |
Voor het vervaardigen der verklaringen niet meer dan 4 bladzijden groot | 6.00 |
Voor elke bladzijde meer | 0.75 |
Voor de beëediging | 1.50 |
Voor meer dan één persoon beëedigd wordende, voor elken persoon meer | 0.75 |
Voor de afschriften, elke bladzijde | 0.60 |
Elke bladzijde van 24 regels en elke regel van 12 lettergrepen.
c. Haven-, tonnen-, baak-, los- en steigergelden en andere lasten op de scheepvaart te Paramaribo.
Bij de Publicatie van den 26sten Maart 1849, no. 5, is bepaald, dat alle schepen en vaartuigen van eene buitenlandsche reis in de kolonie aankomende, met het doel om lading aan te voeren of in te nemen, de volgende kosten moeten voldoen;
Voor het geneeskundig onderzoek aan boord | f 3.00 |
Voor de pas aan eene uiterste wacht | 1.00 |
Voor den havenmeester | 5.00 |
Voor tonnengeld, per ton f 1.50 of per last | f 3.00 | |
Voor baakgeld, ter grootte van 100 ton | 10.00 | |
kleiner dan 100 ton | 5.00 | |
Voor los- en steigergeld, ter grootte van 100 ton | 10.00 | |
kleiner dan 100 ton | 5.00 | |
en bovendien het zegelregt op de deswege af te gevene quitantiën. | ||
Voor het viseren van het manifest aan het kantoor van politie | 1.00 | |
Voor het certificaat, dat er aan de landskantoren niets verschuldigd is, met zegel | 3.00 | |
Voor zegel op het manifest van uitklaring | 5.00 | |
Voor een certificaat van gezondheid, op zegel | 3.00 |
Ingevolge art. 50 van het Havenreglement (Public, 7/16 October 1828, no. 14) moet daarenboven elke scheepsbevelhebber telkens bij aankomst in de kolonie, f 2 betalen aan den havenmeester voor een exemplaar van het Havenreglement.
In verband met de te betalen in- en uitvoerregten (hierachter opgegeven) is de regering bevoegd, alle inkomende of uitgaande schepen door wachters te doen vergezellen of wel de goederen te doen verzegelen of plumberen, bij invoer tot na aankomst ter losplaats en bij uitvoer tot bij het verlaten der kolonie. Deze wachters komen voor rekening van het schip en wel voor elken man f 3 met voeding of f 4.50 zonder voeding.
Schepen en vaartuigen, welke geene lading breken, noch goederen inladen, zullen, wanneer zij binnen de driemaal 24 uren na derzelver binnenvallen, weder zee kiezen, ontheven zijn van de betaling der tonnengelden en geene los- en steigergelden hebben te voldoen.
Voorts is tot verligting van de kleine scheepvaart, bij de Publicatie van 3 September 1852, no. 13, bepaald, dat vaartuigen van 50 tonnen en minder, die uitsluitend de kustvaart uitoefenen, vrijgesteld zijn van de betaling van baakgeld, van los- en steigergeld en van het zegel op het manifest van uitklaring en slechts de helft zullen behoeven te betalen van het hierboven opgegeven tonnengeld.
Ingevolge de Publicatie van 24 December 1856, G. bl. no. 19, worden de schepen, welke immigranten in deze kolonie aanbrengen, ten getale minstens van ⅔ der hoeveelheid welke hunne ruimte gedoogt, berekend op ½ ton per hoofd, vrijgesteld van de baak-, los-, haven-, steiger- en lastgelden en alle geldelijke lasten op schepen gelegd.
Ook zijn de uit nood in Suriname binnenvallende schepen, ingevolge gouvernements-resolutie van 23 Julij 1858, no. 10, van alle lasten en opgelden vrijgesteld.
d. Tarief voor den scheepsmeter te Paramaribo.
Voor een vaartuig groot 10 ton | f 10.00 |
Voor een vaartuig van 10 tot 30 ton | 15.00 |
Voor een vaartuig van 30 tot 60 ton | 20.00 |
Voor een vaartuig van 61 tot 100 ton en daarboven | 25.00 |
Deze meting heeft alléén plaats voor vaartuigen, waarvan de grootte, uit hunne zeepapieren, niet legaal kan geconstateerd worden of voor dezulken, welke in Suriname aangebouwd of door
vertimmering eenige verandering in de scheepsruimte ondergaan (zie de Public. van 4 Sept. 1828, no. 11).
e. Loodsgelden op de Suriname en de Nickerie.
Bij de Publicatie van 22 December 1829, no. 23, is het loodsgeld, verschuldigd door binnen-geloodst wordende schepen in de Suriname-rivier, die 10 voeten of minder diep gaan, bepaald op f 15, en voor elken voet boven de 10 voeten nog f 5 daarenboven.
Bij de Publicatie van 31 Januarij 1842, no. 2, is het verschuldigde loon om schepen buiten de Suriname-rivier te loodsen, op hetzelfde bedrag vastgesteld als voor het binnenloodsen bepaald is, mits niet verder gaande dan tot aan de punt of eerste binnenboei. Zij die den loods willen aan boord houden, verder dan de aangewezene punt, zullen de helft meer dan het bepaalde loon verschuldigd zijn, en langer dan éénen dag aan boord vertoevende, zal aan denzelven worden te goed gedaan f 5 per dag, te rekenen van den tweeden waarop hij is gerequireerd, tot dat hij ontslagen zal zijn.
Omtrent de loodsgelden aan de Nickerie-rivier zijn bij de Resolutie van 18 Junij 1856, no. 759, de volgende bepalingen vastgesteld: voor het binnenloodsen van schepen die 9 voeten of minder diepgang hebben, f 10 en voor elken voet boven de 9 voeten, nog f 5 bovendien.
Voor het uitloodsen van schepen, die 9 voeten of minder diepgang hebben, f 15 en voor elken voet boven de 9 voeten nog f 5 bovendien.
De loods van de Nickerie zal in tijds bij de gezagvoerders van aankomende schepen, onder vertoon zijner akte van admissie en van het tarief der loodsgelden, zijne diensten gaan aanbieden. Bijaldien men zijne hulp niet mogt verlangen, zal hij, noch zijne helpers of roeijers, aan boord mogen verblijven. Hij zal zijne belooning verbeuren, zoo hij een schip op een der banken voert. Bij het uitloodsen van schepen, is het voldoende die te begeleiden tot de peiling: ‘het landdrosthuis ten zuiden.’ Zij die den loods willen aan boord houden, verder dan het aangewezen punt, zullen de helft meer dan het bepaalde loon verschuldigd zijn, en wanneer hij langer dan éénen dag aan boord vertoeft, zal aan hem worden te goed gedaan f 5 per dag, te rekenen van den tweeden dag waarop hij is gerequireerd, tot dat hij ontslagen zal zijn.
f. Waagregten en rooigelden te Paramaribo.
De waagmeester zal verpligt zijn om alle dagen (uitgezonderd Zon- en feestdagen) van 7 tot 12 en van 2 tot 6 ure in het waaggebouw ten dienste van het publiek te vaceren, onder vrijlating echter, om ook gedurende de tusschenuren werkzaam te zijn, tegen extra-betaling, waarvan het bedrag hieronder wordt opgegeven.
Alle producten en goederen, waarvan uitgaande regten worden geheven, zijn onderworpen aan het regt van de waag. Het waaggeld wordt gerekend bij de schaal. Voor ééne schaal wordt gehouden: één vat suiker, één vat koffij, vijf balen cacao, vijf balen koffij, twee ronde balen katoen, ééne vierkante baal katoen, en
verder in het algemeen voor alle andere voorwerpen, een gewigt van 500 Amst. ponden.
De betalingen zijn:
Voor het wegen van producten of goederen, per schaal, 15 cents. Wanneer, de weging geschiedt aan boord der schepen ter reede van Paramaribo of in eenige plaatsen, gebouwen of pakhuizen binnen den omtrek der stad, voor elke 100 pond nog daarenboven 1 cent.
Voor het wegen in de tusschenuren, per schaal, 20 cents.
Voor het vergelijken der manifesten van uitklaring van elk schip zonder onderscheid, f 5.00.
Voor het afgeven van een extract uit de registers f 1.50, en wanneer meer dan één post op hetzelve is uitgedrukt, voor elken post meer f 0.50.
Wegens pakhuishuur, per vracht, zal betaald worden: voor één vat suiker, 5 cents; voor ééne baal katoen, 4 cents; voor ééne baal of één vat koffij of ééne baal cacao, 2 cents.
De betaling van magazijnregt voor het entreposeren van ter weder uitvoer opgeslagene goederen, wordt geregeld naar het bij de Publicatie van 26 Maart 1849, no. 5, vastgesteld tarief, hierachter te vinden onder het hoofd: i. Entrepôt-regten in Suriname.
In December 1857 zijn de vroeger bestaande afzonderlijke betrekkingen van rooimeester der melassievaten, ijkmeester en meter van sterke dranken opgeheven en de daaraan verbonden werkzaamheden verbonden aan de betrekking van den waagmeester, die daartoe het noodige getal assistenten heeft.
Alvorens de melassievaten ter lading aan boord van de schepen worden bezorgd, moeten de daarmede beladen ponten in de nabijheid der waag worden gebragt; zullende van de alsdan bevonden melassie, na aftrek van 5 percent voor het gisten en verlies bij de inlading, de uitvoerregten betaald worden.
De waagmeester zal de roeijing bewerkstelligen met de hem van gouvernementswege verstrekte meet- of rooistok en den inhoud van het vaatwerk berekenen bij gallons van zes pinten per gallon (1 pint = 0.60 kan; 1 gallon = 3.60 kan; 100 gallons = 360 kan; 1 kan = 1.665 pint; 100 kan = 166.50 pint).
De maten en gewigten bij kooplieden in het groot en klein, bij kramers of uitventers van goederen in gebruik, zullen niet alleen behoorlijk geijkt moeten zijn, maar jaarlijks gedurende de maand Januarij op nieuw geijkt worden, op eene boete van f 50 en bij herhaling zal het patent van den overtreder worden ingetrokken.
g. Regten op den invoer in Suriname.
(Public. van 26 Maart 1849, no. 5.)
De maten en gewigten zijn de Amsterdamsche pinten en ponden, en voor houtwaren de voetmaten welke eigen zijn aan het land der afscheping. (1 Amst. pint = 0.60 Ned. kan.)
WAREN en KOOPMANSCHAPPEN. | Maatstaf. | Met | verdere bepalingen en toelichtingen. | |||
---|---|---|---|---|---|---|
Nederl. | Vreemde | |||||
schepen. | ||||||
Bakkeljaauw | 100 pond. | f 0.20 | f 0.40 | |||
Beenzwart | Waarde. | Vrij. | 3 pct. | |||
Bieren van allerlei soort | Idem. | 3 pct. | 6 pct. | Met eene additionele belasting van 1 cent per pint of 1½ cent per flesch. | ||
Brandewijn en ander gedestilleerd | Idem. | 3 pct. | 6 pct. | Idem van 4 cents per pint of 6 cents per flesch. | ||
Cyder, appelen- of peerenwijn | Idem. | 3 pct. | 6 pct. | Idem van 2 cents per pint of 3 cents per flesch. | ||
Ezels | Per stuk. | Vrij. | 2.00 | |||
Haring (Amerikaansche) | 100 pond. | 0.20 | 0.40 | De barrel gerekend tegen 180 pond. | ||
Harst en harpuis (Amerik.) | 100 pond. | 0.15 | 0.30 | |||
Houtwaren (Amerikaansche) | ||||||
Pitch pine | 1000 voet. | 2.50 | 5.00 | |||
White pine | 1000 voet. | 1.50 | 3.00 | |||
Jenever | Waarde. | 3 pct. | 6 pct. | Met eene additionele belasting van 3 cents per pint. | ||
Kaarsen (Amerikaansche). | ||||||
Smeer- | 100 pond. | 1.00 | 2.00 | |||
Spermacetie- | 100 pond. | 2.50 | 5.00 | |||
Kalk (suiker) | Waarde. | Vrij. | 3 pct. | |||
Likeuren (als Brandewijn). | ||||||
Makreel (Amerikaansche) | 100 pond. | 0.30 | 0.60 | De barrel gerekend tegen 180 pond. | ||
Meel (Amerikaansch). | ||||||
Tarwe | 100 pond. | 0.30 | 0.60 | } De barrel gerekend tegen 180 pond. | ||
Rogge | 100 pond. | 0.20 | 0.40 | } De barrel gerekend tegen 180 pond. | ||
Maïs | 100 pond. | 0.15 | 0.30 | } De barrel gerekend tegen 180 pond. | ||
Muilezels | Per stuk. | Vrij. | 4.50 | |||
Paarden | Per stuk. | Vrij. | 6.00 | |||
Pik (Amerikaansch) | 100 pond. | 0.15 | 0.30 | |||
Reuzel (Amerikaansch) | 100 pond. | 0.50 | 1.00 | |||
Rijst (Amerikaansch) | 100 pond. | 0.25 | 0.50 | |||
Spek (Amerikaansch) | 100 pond. | 0.50 | 1.00 | |||
Schapen | Per stuk. | Vrij. | 0.18 | |||
Tabak (Amerik. in vaten) | 100 pond. | 0.30 | 0.60 | |||
Teer (Amerikaansche) | 100 pond. | 0.10 | 0.20 | |||
Varkens | Per stuk. | Vrij. | 0.30 | |||
Vleesch (Amerik. gezouten) | 100 pond. | 0.30 | 0.60 | |||
Werktuigen voor het landelijk bedrijf, enz. (Zie verder hieronder) | Waarde. | Vrij. | 3 pct. | |||
Wijnen | Idem. | 3 pct. | 6 pct. | Met eene additionele belasting van 4 cents per pint of 6 cents per flesch. Tot grondslag der berekening voor wijn in fusten wordt een okshoofd gesteld op 250 gewone wijnflesschen (publ. 20 April 1848, no. 5). | ||
Alle waren, goederen en koopmanschappen, welke in dit tarief niet genoemd zijn (behoudens de vrijgestelden die hieronder opgegeven zijn). } | Idem. | 3 pct. | 6 pct. |
De regten die percentsgewijze worden geheven, zullen worden bepaald naar de waarde volgens den loopenden prijs hier te lande ten tijde der aangifte. Over de goederen waarvan geen loopende prijs bekend mogt zijn, zal de inkoopsprijs der artikelen, met bijvoeging van alle kosten tot aan boord van het schip, ingevolge de factuur, met bijrekening van eene matige vracht, tot maatstaf ter berekening van de waarde worden genomen.
Vrijstelling van inkomende regten zal worden verleend van: a. alle goederen, die, vóór dat het consent van lossing zal zijn verleend, worden aangegeven om in het entrepôt te worden opgeslagen, voor zoolang dezelve aldaar aanwezig zullen zijn, behoudens het betalen van entrepôt-regten, bij nadere bepaling geregeld (zie hieronder). b. Voorwerpen, die wegens daaraan te doene reparatie van hier verzonden zijn geworden en hersteld terug komen, mits daarvan behoorlijk bewijs worde overgelegd. c. Meubelen, gereedschappen, werktuigen, rijtuigen, vee en voorts al hetgeen tot eenen verhuisboedel van eenigen met der woon zich alhier vestigenden persoon of familie, kan aangemerkt worden te behooren. d. Planten en gewassen van allerlei aard. e. Paarden, ezels, muilezels, hoornvee, steenkolen en werktuigen voor het landelijk bedrijf, en voor de afwerking en bereiding van landelijke producten, mitsgaders beenzwart, suikerkalk en molensmeer, wanneer dezelve onder de Nederlandsche vlag worden ingevoerd. f. Gemaakte kleedingstukken, stoffen voor mannen- en vrouwenkleeding, benevens kleinigheden ter uitdeeling aan de arbeidende magt op de plantages, voor zooverre dezelve naar evenredigheid van de sterkte der magt, van Nederland aan de plantages geconsigneerd, worden ingevoerd. g. Gouden en zilveren speciën en edele metalen, in baren of oud en gebroken.
Ingeval van verschil omtrent de toepasssing der vrijstelling zal de Gouverneur beslissen.
h. Regten op den uitvoer in Suriname.
(Public. 26 Maart 1849, G. bl. no. 5).
Alle voortbrengselen der kolonie, hout uitgezonderd, zullen aan de betaling van een uitgaand regt onderhevig zijn, ingevolge de waarde derzelve voor elk kwartaal, door eene commissie van twee ambtenaren en twee belanghebbenden onder het voorzitterschap van den administrateur van finantiën, te regelen. Dit regt zal bedragen: voor den uitvoer met Nederlandsche schepen 5 percent en met vreemde schepen 7½ percent.
De uitvoer van hout zal vrij van regten zijn onder alle vlaggen.
De weder uitvoer van alle in de kolonie aangebragte goederen zal vrij van regten zijn, behoudens de entrepôt-kosten.
De prijzen, waarnaar de regten geheven zijn gedurende het jaar 1859, zijn hiervoren medegedeeld op blz. 135, onder D. n.
i. Entrepôt-regten in Suriname.
(Public. 26 Maart 1849, G. bl. no. 5).
Het regt om goederen vrij van invoer-belasting in entrepôt te bewaren duurt twaalf maanden; onmiddellijk na dien tijd worden de goederen met de invoerregten belast en dezelve daarop verhaald,
tenzij de Gouverneur verlenging van den termijn toestaat. Het entreposeren van dranken en goederen op welke in het vervolg eene additionele belasting mogt worden gelegd, zal geschieden in gebouwen van het Gouvernement, waarvoor aan pakhuishuur per maand moet worden betaald:
Voor eene pijp | wijn of sterken drank | f 0.50 | |
Voor eene puncheon | wijn of sterken drank | 0.50 | |
Voor eene oxhoofd | wijn of sterken drank | 0.30 | |
Voor eene kist van 45 à 50 flesschen | wijn of sterken drank | 0.12 | |
Voor eene kist van 12 flesschen | wijn of sterken drank | 0.03 | |
Voor eene kelder van 20 pint of minder | wijn of sterken drank | 0.03 | |
Van grooter of kleiner vaatwerk of kisten | wijn of sterken drank | pro rato. | |
Van een vat tabak van ongeveer 1200 pond | f 1.50 | ||
Van een vat bakkeljaauw | idem. | 1.20 | |
Van een Amerikaansche barrel vleesch, spek, meel enz. | 0.20 | ||
Van alle andere soorten van vaten, kisten, pakken, enz. per kubiek voet | 0.02 |
Bij deze betalingen worden zoowel de maanden waarin de goederen zijn opgeslagen, als die waarin zij worden uitgeleverd, voor volle maanden berekend; ingeval echter de goederen niet langer dan 30 dagen zijn geborgen geweest, wordt slechts voor ééne maand gerekend.
Andere goederen, welke niet aan eene hoogere invoerbelasting dan van 6 pCt. onderhevig gesteld zijn, kunnen naar verkiezing worden opgeslagen in particulier entrepôt, in pakhuizen met eene goede dubbele sluiting voorzien, waarvan een der sleutels blijft berusten bij de Administratie van finantiën.
De Admistrateur van finantiën of een door hem aangewezen ambtenaar kan, telkens wanneer hij verkiest, die particuliere entrepôts nazien.
De goederen, in het entrepôt te bergen, zullen worden verwerkt en opgestapeld en weder daaruit gehaald worden voor rekening van den entrepositaris, door het werkvolk aan het entrepôt verbonden, en wel naar het volgende, bij de Public. van 8 Februarij 1850, G. bl. no. 3, vastgesteld tarief.
Voor de berging in het entrepôt:
van eene pijp wijn of andere dranken | f 0.20 | |
van ½ pijp of oxhoofd | dito | 0.15 |
van ½ pijp of ½ oxhoofd | dito | 0.10 |
van kleiner vaatwerk | pro rato. | |
van eene groene kelder genever | f 0.01 | |
van eene roode kelder genever | 0.02 | |
van een vat tabak | 0.50 | |
van een Amerikaansche barrel vleesch, spek, meel, enz. | 0.10 | |
van alle andere vaten, kisten, pakken, enz. per kubiek voet | 0.01 |
voor de aflevering uit het entrepôt, worden dezelfde kosten berekend.
De entrepositarissen zullen alle dagen, gedurende de uren dat het waaggebouw open is, hunne goederen mogen nazien. Hetzelfde regt hebben entrepositarissen van goederen in particuliere pakhui-
zen, doch in dit geval zal de ambtenaar, die daarbij moet tegenwoordig zijn, het volgend emolument genieten:
gedurende het eerste uur of minder | f 1.00 |
voor elk volgend half uur of minder | 0.50 |
voor langer dan 3 uren of per dag | 3.00 |
Verder zal ook nog voor elk permit tot het opslaan in of het voeren van goederen uit het entrepôt, gevorderd worden, f 1.00, te betalen ter Administratie van finantiën.
k. Premiën van assurantie van Suriname naar Nederland en omgekeerd.
De assurantie-premiën van Suriname naar NederlandGa naar voetnoot(1) zijn als volgt:
in Januarij | 3 pct. | } De termijnen worden gerekend van het zeilen voorbij de uiterste ton of baken tot in zee, te bewijzen door een extract uit het journaal. | |
van 1 Febr. tot 15 Julij ingesloten | 2 pct. | } De termijnen worden gerekend van het zeilen voorbij de uiterste ton of baken tot in zee, te bewijzen door een extract uit het journaal. | |
van 16 Julij tot ult. Aug. ingesloten | 3 pct. | } De termijnen worden gerekend van het zeilen voorbij de uiterste ton of baken tot in zee, te bewijzen door een extract uit het journaal. | |
van 1 Sept. tot ult. Dec. ingesloten | 4 pct. | } De termijnen worden gerekend van het zeilen voorbij de uiterste ton of baken tot in zee, te bewijzen door een extract uit het journaal. |
De assurantie-premiën van Nederland naar Suriname zijn als volgt:
van 1 Januarij tot ultimo Maart. | 2 pct. |
van 1 April tot ultimo September. | 1½ pct. |
van 1 October tot 1 Januarij. | 2 pct. |
- voetnoot(1)
- Volgens eene advertentie in de Surinaamsche Courant van 3 Mei 1860, is de Heer Paul Planteau deze Kolonie Agent van de Vereeniging van Assuradeuren te Amsterdam.