| |
| |
| |
Suriname.
| |
| |
XIII. Suriname.
A. Naamlijst van de ambtenaren, officieren enz. in de kolonie Suriname.
a Bestuur der kolonie.
Gouverneur. Zijne Exc. Reinhart Frans van Lansberge, , K., Komm. Belgische Leopolds-orde, Ridder van de Poolster, Dannebrogs-orde en Stanislas-orde 3de klasse. |
Adjudanten van den gouverneur........., J. de Jong, kapitein à la suite bij de schutterij, fungerend adjudant. |
Procureur-generaal. Mr. J.W. Gefken, , . |
Administrateur van financiën. A.A.T. de Man, . |
Gouvernements-secretaris. Mr. E.A. van Emden. |
Koloniale Raad. De gouverneur, president; de procureur-generaal en de administrateur van financiën, permanente leden; H. Bijlaart, heemraad der divisie Saramacca; T.J. Eyken Sluyters, idem der divisiën Boven- en Beneden Commewijne; P. May, idem der divisiën Boven Suriname en Thorarica; W.E. Rühmann, idem der divisiën Boven Cottica en Perica en A.H.F.J. Kennedij, idem der divisiën Beneden Cottica en Para, tijdelijke leden. De gouvernements-secretaris is tevens secretaris van den kolonialen raad. |
| |
b. Regtswezen.
Commissaris des Konings, speciaal belast met de invoering der nieuwe wetgeving. Mr. L. Metman, , , . |
Secretaris van den commissaris. Mr. H.M. van Andel. |
Geregtshof. Mr. J. Mauritsz Ganderheijden, president; Mr. G. de Meinertzhagen, Mr. B. Donker Curtius, en Mr. J.M.J. Eyken Sluyters, leden; Jhr. Mr. J.M.A. Martini van Geffen, griffier (verlof), Mr. J.W. Gefken, procureur-generaal, waarnemende het Openbaar Ministerie. |
Griffie van het geregtshof. F.D. Day, commies, waarnemende de functiën van den griffier; C.M.A. Faverey, gequal. commies; D. Juda, deurwaarder; R.F. Böhm, gequal. deurwaarder. |
Collegie van kleine zaken. E. van Emden, , president; Mr. D. Juda en Mr. B.E. Colaço Belmonte, gequal. assessoren; G.L.W. Ritter, plaatsverv. assessor; E.J. van Wijhe, griffier; Mi. J.W. Gefken, procureur-generaal, waarnemende het Openbaar Ministerie. |
Griffie van het collegie van kleine zaken. J.P.W. van Eyk, commies; A.M. Fernandes en A. Fernandes, Jr., deurwaarders. |
Advokaten. Mr. A.W. Thurkow, Mr. A.J. van Emden en Mr. C.J. Heylidy. |
Procureur. N.T.A Arlaud. |
Landspraktizijn. Mr. A.J. van Emden. |
Gouvernements-solliciteur. Mr. A.W. Thurkow. |
Exploicteur. S. Abendanon, Sz. |
Substituut exploicteurs. J.A.A. Salomons, N.A. van Amson en J. Emanuels. |
| |
| |
Gezworen klerken. S.H. de Granada, M.L. Goede en R.J. Gollenstede. |
Pupillaire raad. De procureur-generaal, president; de administrateur van financiën en de president van het collegie van kleine zaken, leden; J.E. Wesenhagen, secretaris. |
Collegie van commissarissen voor het departement der onbeheerde boedels. E. van Emden, president; Mr. J.M.J. Eyken Sluyters, lid; J. Ellis, gequal. lid en secretaris (verlof); J.E. Wesenhagen, plaatsvervangend lid; G.L.W. Ritter, gequal. lid en A.H. de Granada, waarn. secretaris. |
Departement der onbeheerde boedels en weezen. J. de Jong, waarnemend curator en weesmeester; C. Kaersenhout, 1ste commies; H.S. Abendanon en A.B. Frederik, 2de commiezen; C.W. Oehlers, 1ste klerk; W.P. Kaersenhout, J.F. Faverey, Jr. en S. Jessurun, klerken; M.J. Lionarons, invorderaar en bode. |
Ambtenaar belast met de registratie der door den curator en weesmeester af te geven quitantiën. C.L.G. van Amson, 1ste commies bij de administratie van financiën en bij diens afwezigheid of verhindering, M.F. Wessels, klerk bij de admin. van financiën. |
| |
c. Domeinen, nijverheid, inlandsche bevolking, enz.
Inspecteur der domeinen, van de nijverheid en den landbouw. E.J. Slengarde, , (kapitein bij het bataillon jagers no. 27) waarn., A.F. van Amson, commies. |
Gouvernements-plantages Catharina Sophia en Rustenburg. De inspecteur der domeinen, enz., beheerder; W.P. Austin, directeur van Catharina Sophia; M.P. Hack, directeur van Rustenburg; Dr. A.M. Sterk, geneesheer van Catharina Sophia. |
Lepreuzen etablissement Batavia, aan de rivier Coppename. De inspecteur der domeinen, enz., beheerder; C.P. Uhlig, officier van gezondheid 3de kl., geneesheer; G.M. van der Hoop, directeur. |
Commissaris der inlandsche bevolking. De inspecteur der domeinen, enz. |
Ambtenaren bij de bevredigde Boschnegers en Indianen. A.W.G. van Lutsenburg, posthouder bij de Saramaccaners; A. Kappler, assistent posthouder bij de Aucaners (verlof) en E.T. le Fevre, tijdelijk gequalificeerd; C.A. Dorwart, posthouder bij de Maratakka Indianen; S.G. Klein, correspondent van den commissaris der inlandsche bevolking, bij de Aucaner Boschnegers, residerende op de plantage La Paix (Cottica); B. de la Parra, idem bij de Becoe en Moesinga Boschnegers, residerende op den grond Boston (Saramacca). |
Groot opperhoofden bij de Boschnegers. Byman bij de Aucaners; Abraham bij de Saramaccaners; Kalkoen bij de Becoe en Moesinga Boschnegers. |
Tolken voor de Chinesche immigranten. Lim-Tek-Soeij, hoofdtolk; Loe-Oe-IJ en Oui-Kim-Sing, ondertolken. |
| |
d. Gouvernements-secretarie.
J.E. Wesenhagen, hoofd-commies; S.C. Nassy en H.C.J. Slengarde, 1ste commiezen; J.F. Saile Vanier, B.J. Greeve en J.H. Flu, 2de commiezen; E.C. Wesenhagen en H. van Meerten, 1ste klerken; J.H. de Granada, J.G. Calgren, S.J. de Vries en G.M. de Ridder, klerken; Jos. Nassy, bode; C.J. 't Hart, kamerbewaarder van den kolonialen raad. |
| |
| |
Ambtenaren ter beschikking van den gouverneur. A.G. van Son, prov. commissaris en secretaris der part. W.I. bank, G.L.W. Ritter, J.H.A.W. Baron van Heerdt tot Eversberg en N. van den Brandhof. |
| |
e. Bureau van den procureur-generaal.
Regterlijke politie. G. Duyckinck, prov. commissaris van politie; Mr. P.H. Verbeek, commies; J. Ballin, prov. 1e assistent; A.H. de Granada, prov. assistent; B.F.A. Fränckel, luitenant van politie, benevens ongeveer 5 hoofdlieden en 37 agenten van politie (waarvan 2 te Nickerie gedetacheerd). |
Administrative politie. S. Fernandes, klerk; G.F. Kessel, directeur van 's lands grond Boniface; J.C. Straub, cipier in het fort Zeelandia. |
Wijkmeesters; wijk litt. A.J.H.G. Muller, N.T.A. Arland en C.W. Oehlers; litt. B.J. Emanuels, D.J. Loth en J.F. Saile Vanier; litt. C.J. Gisius, M.J. Goedman en W.H. van Kruijne; litt. D.J.L. van Hoek en W.P. Kaersenhout; litt. E.M.L. Goede, A.F. van Amson en C.M.A. Favereij; litt. F.D. Kruse en J.H. Flu; 1ste Buitenwijk. A.B. Frederik; 2de Buitenwijk. G.F. Kessel en J.A. Muller Jr. |
| |
f. Administratie van financien.
Bureau van den Administrateur. J. van Lier, , waarn. hoofdcommies; C.L.G. Amson, 1ste commies; P.N. Greeber, J.W. Engelbrecht, P.G. Labadie en P. Stolte, 2de commiezen; M.F. Wessels en M.C. Robles, klerken. |
Bureau van den Ontvanger. J. Ellis, koloniale ontvanger en betaalmeester; (verlof) Mr. A.T. Kruijthoff, waarn. koloniale ontvanger en betaalmeester; C. Rens, hoofd-assistent; G.F. Wesenhagen, 1ste assistent; J.A. Vallee, 2de assistent; E.G. Brink, assistent; J.W. Sanches, klerk. |
's Lands Magazijnen. A.D. Charlouis, waarn. magazijnmeester; R.M. Alvares, 2de commies; J.H. Ferrier, klerk. |
's Lands Waag, W.H. van Kruijne, waagmeester, tevens belast met de functiën van rooimeester der melassievaten, meter van sterke dranken en ijkmeester; J.C. Kosterman, 1ste assissent; P.A. de Vries, 2de assistent. |
Directie der opgeheven Part. W.I. Bank. De Gouverneur, president; de procureur-generaal en de administrateur van financien, leden; A.G. van Son, prov. commissaris en secretaris. |
| |
g. Civiel en militair bouwdepartement.
J.A. Voigt, chef en tevens stads-architect; A. Copijn, opzigter; J.L. van Hoek, klerk, en C.B.J. Karg, opperbaas. |
| |
h. Geneeskundige commissien en geneeskundig personeel.Ga naar voetnoot(1)
Commissie van geneeskundig onderzoek en toevoorzigt. De gouvernements-secretaris, president; Dr. C. Landré, B. Weijl, Dr. J.J. Juda
|
| |
| |
en N.M. Bender, assessoren; Dr. J.R. Arrias en H. Goudman, plaatsverv. assessoren; J. Abrahamsz, scriba. |
Commissie tot onderzoek naar de ziekte der melaatschheid. De gouvernements-secretaris, president; Dr. C. Landré, B. Weijl. Dr. J.J. Juda en Dr. J. Colaço Belmonte, assessoren; Dr. J.R, Arrias, plaatsvervangend assessor en J. Abrahamsz, scriba. |
Doctoren te Paramaribo. Chs. Landré, , M.D. Leijden, 1833, en heelmeester, tevens eerste stadsgeneesheer; J.R. Arrias, M., C. et O.D. Hanover (New Hampshire) Dartmouth college, 1837; J.A. Muller Jz., , M. et O.D., Utrecht 1838; J.J. Juda, M., C. et O.D. Utrecht, 1848; J. Delmonte Lijon, M., C. et O.D. Utrecht, 1850, tevens 2de stads-geneesheer; J. Colaço Belmonte, M., C. et O.D., Göttingen, 1854, coll. doct. Leijden, 1854. |
Gepensioneerd Off. van Gezondh. 1ste kl. H. Schorrenberg, , . |
Heel- en vroedmeesters. B. Weijl, heel en vroedm. Amsterd. 1836, tevens stads heel- en vroedmeester; A.F. Gravenberch, heelm. zonder examen op van hooger hand bekomen last geadmitteerd. |
Vroedvrouwen. A.P. Aulorius, 1822, E. van L. van Lobo, 1825, H.P. Nehrkorn, 1835, C.H. Aulorius, 1836, S.E. Groenert, 1836, G.A.O. von Knobbelsdorf, 1836, F.J.P. Duurhagen, 1846, M. Nob, 1847, M. van Pringle, 1849, wed, F.W. Nolte, geb. Forster, 's Gravenhage 1856, B.P.R. Rookes, huisvrouw van M. Kool, Arnhem 1858, A.C. Peneux, geb. Willig, 1860, W.H. van de Lande, 1860, N. Kanstein, 1860 en M.E. Salomons, 1860. |
Apothekers. A.B. de Vries, 1808, J.C. Hartman, 1817, J. Abrahamsz, Amst. 1823, D. Coronel, 1830, N.M. Bender, 1836, H. Goudman, Haarlem 1839, L.G. Heilbron, 1839, (firma: wed. Betting en Heilbron), C. van der Stempel, 1845, (firma: gebr. Lugard) en J. Samuels, 1854, (firma: minderjarigen Samuels). |
Heelmeesters in de divisiën en districten. Zie hierachter in den specifieken staat der plantagiën, enz. waar zij bij elke divisie en bij elk district zijn opgegeven. |
Etablissement voor Lepreuzen in Coppename. C.P. Uhlig, officier van gezondheid 3de klasse, tevens heelmeester in de divisie. |
| |
i. Schutterij van Paramaribo.
Schuttersraad. Deze wordt elk jaar op nieuw benoemd en bestaat uit een kapitein als president, een 1ste luitenant, een 2de luitenant, een sergeantmajoor, een sergeant, een korporaal en een schutter als leden. De kapitein-kwartiermeester fungeert als griffier. |
Waarn. Auditeur Militair. Mr. P.H. Verbeek. |
Staf. B.C. van den Ende (25), majoor-kommandant; S.M. Bromet (25), kapitein-kwartiermeester tevens officier van kleeding en wapening en adjudant; Dr. A.R. Arrias, waarnemend chirurgijn-majoor, J.B. Reitz, sergeant-majoor-kapelmeester; C. Geerlings, tamboer-majoor; S. de la Parra, bode. |
Kapiteins. S.B. de Mesquita (30), H. Goudman (15), H.H. Kramer (15), S. Abendanon, Sz. (25), J. van Gelder en J. de Jong à la suite. |
| |
| |
1ste Luitenants. B.E. Colaço Belmonte (15), F.P. Kamerling, J.W. Engelbrecht (15), J.A. Vallée en J.C. Gomperts. |
2de Luitenants. J. Meijers (15) (verlof), E. Soesman, E.C. Wesenhagen, F. Harten, D.J. Mens, W.J.G. Labad en J. Ballin. |
| |
k. Brandwezen.
Chef van het brandwezen en opperbrandmeester. H.G. Roux. |
Administrateur belast met het toezigt van het materieel. De administrateur van finantien. |
Adjunct-opperbrandmeester. H. Degenhard. |
Assistent van den opperbrandmeester. H.J. Blancke. |
De chef van het bouwdepartement. |
| |
Brandmeesters en onderbrandmeesters.
Spuit no. I.S.B. Sanches, W. Giesbertz en F. Halfhide, brandmeesters; E.C. van 't Velde, P.J. Heijmans en A.J. van Praag, onderbrandm. |
Spuit no. 2. A.W. Oppenheimer, J.J.P. Wessels en M.J. Heijmans, brandmeesters; K.W. Schlichte, J.J. Podekowitz en A. Schloss, onderbrandm. |
Spuit no. 3. C. Reelfs, A. van Melzen en A. Levi, brandm.; A.C.F. Langguth, E. Pinto en C.E. Gomperts, onderbrandm. |
Spuit no. 4. J.H.C. Wolff, F. Neumann en L. Schmidt, brandm.; M. Benjamins, H.C. Levij en J. Haas, onderbrandm. |
Spuit no. 5. J. Heijmans, F. Green en S.H. Brandon Jr., brandm.; J.F. Hanssen, G.H. Samson en J.J.H. Koli, onderbrandm. |
Spuit no. 6. P.H. Bruggeman, M. Schloss en G.H.L. Bakker, brandm.; J.F. Oosterhuijzen, J.F. Zeegelaar en A. Voetz, onderbrandm. |
Spuit no. 7. B.M. Ballin, } |
Brandmeesters. |
F. Fougère, } |
Onderbrandmeesters. |
Spuit no. 8. M.H. Emanuels, } |
Brandmeesters. |
W.N.H. Eldrik, } |
Onderbrandmeesters. |
Spuit no. 9. C. Harrevelt, } |
Brandmeesters. |
C.M. Polak, } |
Onderbrandmeesters. |
Spuit no. 10. J.H. Kruse, } |
Brandmeesters. |
K.W. 's Graeuwen, } |
Onderbrandmeesters. |
Spuit no. 11. J.L. Marcus, } |
Brandmeesters. |
P.C. Vereul, } |
Onderbrandmeesters. |
Spuit no. 12. K. Ammon, } |
Brandmeesters. |
D. Monsanto, } |
Onderbrandmeesters. |
Spuit no. 13. G. Oppenheimer, } |
Brandmeesters. |
T.M. Schietlood, } |
Onderbrandmeesters. |
Spuit no. 14. G. Viselé, } |
Brandmeesters. |
T.H. Flu, } |
Onderbrandmeesters. |
Spuit no. 15. A.H. Brandon. } |
Brandmeesters. |
Gerrit van Dijk, } |
Onderbrandmeesters. |
Waterdragers, 1ste Afdeeling. J.H. Halfhide, brandm.; M.S. van Praag, onderbrandm.; |
Waterdragers, 2de Afdeeling. E.M. Morpurgo, brandm.; A.L. Polak, onderbrandm. |
Waterdragers, 3de Afdeeling. P.J. Wijnbergen, brandm.; A.J. Malmberg, onderbrandm. |
Waterdragers, 4de Afdeeling. Moz. Sam. Polak, brandm.; Gijs Overeem, onderbrandm. |
Brandspuitmakersbaas. W.F. Krieger. |
Assistent brandspuitmakersbaas. J. Machielse. |
| |
l. Landmagt.
Militair regtswezen.
Militair geregtshof voor de Nederl. W.I. bezittingen. Bestaat uit
|
| |
| |
den president van het goregtshof als president, de twee oudste leden van het geregtshof als civiele leden en vier militaire leden en een plaatsvervangend militair lid (welke laatsten, jaarlijks door den gouverneur benoemd worden). De griffier van het geregtshof is tevens griffier voor het militair geregtshof voor de N.W.I. Bezittingen. |
Advocaat fiscaal. De procureur-generaal Mr. J.W. Gefken. |
Auditeur militair. Mr. P.H. Verbeek. (waarn.) |
| |
Bataillon jagers no. 27 (3 kompagniën).
Staf. J.C. de Normandie 's Jacob, 4de kl., , (35), buitengew. adjudant des Konings, kolonel, kommandant van het garnizoen en der troepen, plaatselijk kommandant van Paramaribo; W. Schut, 1ste luitenant-ingenieur (gedetacheerd van het Ned. leger); H. Knoch, 1ste luitenant-adjudant, tevens plaatselijk adjudant; N. Nielson (15), kapitein-kwartiermeester. |
Kapiteins. E.J. Slengarde, , (25), (waarn. inspecteur der domeinen enz.), J.A. van der Muelen (15), J.C.S. van Eps (15). |
1ste Luitenants. J.J. Scheek (15), J.N. Westerborg (15) en H. Knoch, W.F. Bojen (gedet.)Ga naar voetnoot(1), C.N. Buser (gedet.), J.F.A. Cateau van Rosevelt, A. Boomgaart (gedet.), F.G. Otterbein (gedet.), J.H. Burghgraef (gedet.), J.O.W. van Dijck, tevens waarn. officier van kleeding en wapening.
1ste Luitenant. J.F.W. Gravenhorst (gedet.). |
Kompagnie artillerie. S. Pijpers, , (25), kapitein kommandant (gedet.), H.A. Schneiders van Greijffenswerth, 1ste luiten. (gedet.), H.W. van Hasselt, 1ste luitenant (gedet.), P.C.W. de Gelder, 1ste luitenant (gedet.), J. Lammers, conducteur 1ste klasse. |
Koloniale troepen (guides). A.D. Charlouis (15), 1ste luitenant-kommandant (thans waarn. magazijnmeester); H.A. Monsanto fils (20), officier van gezondheid 2de kl. |
Militaire geneeskundige dienst. Dr. F.A.C. Dumontier, officier van gezondheid 1ste klasse; E.C.H.L.H. Fluegel en A.L.A. Stock (verlof), 2de klasse; M.R. Gantz (gedet.), C.P.J. van Vugt (gedet.), C.P. Uhlig (geneesheer op Batavia, niet begrepen onder de sterkte der officieren van gezondheid van het garnizoen in Suriname, en aldaar slechts pro memorie gevoerd); C. van Lier (verlof), D.J. Schneiders van Greijffenswerth, 3de kl. C. van Eeten, , (25), apotheker 1ste klasse (gedet.); M.C.H. Op den Oordt, (15), (gedet.) en A. Andriessen, 3de klasse. |
Directie van het militair hospitaal. N. Nielson, kapitein-kwartiermeester, inspecteur; E.C. Schoon, hospitaalmeester; S. Carrilho, schrijver. |
| |
m. Haven-beambten en koloniale rijksvaartuigen.
Beheerder der koloniale vaartuigen, tevens belast met het loodswezen en de betonningen. G. Duijckinck. |
Havenmeester en scheepsmeter. J.F. Meijer. |
| |
| |
Assistent-havenmeester. A. Ballin. |
Beëedigde loodsen. F.W. Leue en A. Ballin. |
Schroefstoomboot |
Paramaribo. |
Gezagvoerder |
J.F. Meijer. |
Schroefstoomboot |
Vice-admiraal Rijk. |
Gezagvoerder |
H.J. Rusman. |
Raderstoomboot |
Nickerie. |
Gezagvoerder |
J.W. Meijer. |
Schoener Coronie. |
|
Gezagvoerder |
L. Wildschut. |
| |
n. Eeredienst.
Hervormde gemeente te Paramaribo. C. van Schaick, , (tevens president van den kerkenraad) en C. Conradi, , , predikantenGa naar voetnoot(1) C.A. Batenburg, H. Degenhard, J. Frouin, H.G. Roux (tevens thesaurier van den kerkenraad) en A. Brouwer, ouderlingen; F. Taunaij Fz., J. de Jong, A.G. van Son, J.E. Wesenhagen, G.D. Visser en N.T.A. Arlaud, diakenen. |
Commissie uit den kerkenraad tot toezigt over de weezen. H.G. Roux (president), F. Taunaij Fz. (thesaurier) en A.G. van Son (secretaris). |
Kerkelijke commissie. Mr. B. Donker Curtius, president; H.H. Kramer, penningmeester; N.M. Bender, opziener van het kerkgebouw; B.C. van den Ende, scriba; J.H. Stolting, Mr. C.J. Heijlidy, N. van Meerten, W.P. Kaersenhout, W. Donker Curtius, N. van Tright en J.C. Kosterman, collectanten.
H. Guljé, organist; E. Kaersenhout, koster. |
Diakenen in de divisiën. Opgegeven bij elke divisie, hierachter in den staat der plantagiën, enz. |
Hervormde gemeente te Nickerie. G.L. Batenburg, predikant; A. Dessé en J.J. Hewitt, ouderlingen; P.C. Wesenhagen, F.W. Gardé en F.A. Sanches, diakenen. |
Evang. Luthersche gemeente te Paramaribo. C.M. Moes, predikant; C. Reelfs (tevens kerkmeester en armbestuurder), J.C. Telting JGz., E. Kölle, J. Voet, M.L. Goede en Mr. J.M.J. Eyken Sluyters, ouderlingen; H. Goudman, D.J.J. Mens, F. Harten, G.J. Lugard, R.J. Gollenstede, J.A. Vallée, F.G. Henckel en A. von Königslow, diakenen. |
Diakenen in de divisiën. Opgegeven bij elke divisie, hierachter in den staat der plantagiën, enz. |
Evangelische Broeder-gemeente. |
Zendelingen te Paramaribo: Th.C. van Calker, H. Clemens, H.J. Bleichen, E.M. Bau, C.F. Bauch, G.F. Berthold, F.A. Reichel, G. Brauer, J.J.D. Fricke, C.A. Hellström, F.C. Böhmer. C.A. Brauckmann, J.F. Krönlein, G.G.J. Furer, C.W. Illg, C.F. Grell en A.E. Lebart. |
Op de plantage Beekhuizen, P. Jürgensen. |
Centraalschool op Beekhuizen, A.E. Bau. |
Op het kerk-etablissement Charlottenburg, J. Drexler, M.C. Bramberg en G.T. Gaissert. |
Op het kerk-etablissement Clevia, J.G. Menze. |
Op de pl. Rust en Werk, J.G. Wunsche. |
| |
| |
Op het kerk-etablissement Leliendaal, |
J.G. Stancke. |
Op het kerk-etablissement Heerendijk, |
J.C. Eichenauer. |
Op het kerk-etablissement Anna'szorg, |
J.G.F. Jansa en C.B. Weiss. |
Op de plantage Catharina Sophia, J. Dobler. |
Op het kerk-etablissement Bersaba (houtgrond la Prospérité), J. Glöckler. |
Op het kerk-etablissement Salem in Coronie, A.H. Räthling. |
Op de plantage Waterloo in Nickerie, A.G. Conrad. |
Roomsch-Katholijke gemeente. G. Schepers, apost. vicaris van Suriname, bisschop van Mellipotamos in partibus Infid. |
Kapellanen. A.M.C.J. Swinkels, te Paramaribo; S.H.A. Meurkens, op de pl. Esthersrust en Killenstein; T. Kempkes, op Coronie; P. Donders, op het etablissement Batavia. |
Kerkbestuur. G. Schepers, president; P. Donders, S.H.A. Meurkens, A.M.C.J. Swinkels, P.F. Masker, L.D.J. van Bommel, F.F.J. Bothe, J.P. Haase Jr., J. van Bommel, C. de Jongh, C.S.P. Dericks en J. Bronner. |
Kerkbestuur. G. Schepers, organist: J.M. Bernhard, koster. |
Armbestuur. De bisschop, president; A.M.C.J. Swinkels, J.H. Epping, A.J. Pierssens, E. Voets, J.B. Mous, L. Maes en J.F. Dekkers, leden. |
Nederlandsch Portugeesch Israëlitische gemeente. M. Lewenstein, opperrabbijn; S. Abendanon Sz., J. Nahar Cz., S.B. de Mesquita en A.B. Bibaz, parnassijns; J.J.B. de Mesquita, corresp. lid van de hoofd-commissie in Nederland; M.C. Nassy, secretaris; I. de Capadose, ontvanger; D. Vieira en M.M. Morpurgo, voorbidders te Paramaribo, en I.I. Fernandes op de Joden Savane. B. Robles de Medina, koster. |
Armbestuur. S.H. de Granada, S.C. Nassy, J. Morpurgo, J.B. de Mesquita, J. da Silva en A.J. da Costa. |
Nederlandsch Israëlitische gemeente. M. Lewenstein, opperrabbijn; M.H. Pos, J. van Gelder en J.C. Gomperts, parnassijns; S.J. van West, corresp. lid van de hoofd-commissie in Nederland; J.B. Monk, secretaris en ontvanger; M.A. Keijzer en S.J. Levie, voorbidders; M. Barend Jr. en A.A. Samuels, kosters. |
Armbestuur. W. Benjamins, Dr. J.J. Juda, A. Lionarons, M.J. Goedman, E. Soesman en J.M. Samson. |
| |
o. Schoolwezen.
Commissie van onderwijs. Mr. G. de Meinertszhagen, president; H.J. Blancke (tevens penningmester), Mr. G.J.A. Bosch Reitz, J. Delmonte Lyon, Mr. J.M.J. Eyken Sluyters (tevens secretaris) en Mr. P.H. Verbeek, leden; C.A. Batenburg, honorair lid.
In het district Nickerie is eene sub-commissie van onderwijs (zie hierachter bladz. 56). |
Hoofdonderwijzer. C.A. Batenburg, Br. (1ste rang)Ga naar voetnoot(1). |
Schoolonderwijzers. D. Vieira (4de rang), J.A. Muller (2de rang), W.L. Cramer Antz. (2de rang), L.C. Batenburg (1ste rang), L.J. Rens (3de rang), A. Lionarons (2de rang) (stads-schoolonderwijzer),
|
| |
| |
F.W. Rose (2de rang), R. Thomson (3de rang), A. Brouwer (1ste rang), F.N. van Tright (3de rang), N. van Meerten (1ste rang), J.P.C. Uckermann (4de rang), J.G. Rozenberg (4de rang), G.J.J. Karg, (2de rang) (Niekerie) en C.L. Westmaas Mz. (3de rang). |
Schoolonderwijzeressen. Wed. J.W. Bekker, Wed. Beverleij, geb. Steglich (stads-onderwijzeres), C.G.A. Dur Epée la Parra, M.C.J. van Gogh, H.L. Batenburg, C.P.M.J. Vlier (stads onderwijzeres), F. Stijvers, C.W. Soffers, E.A. van Werkhoven en de Gezusters P.C. en M.A. Muijsken. |
Bewaarschoolhouderessen. Gezusters van Kruijne, J. del Castilho, H.E. Jackson, Gezusters Loth en J.P.C. Hulleman. |
| |
p. Diverse beambten.
Burgerlijke stand. Mr. E.A. van Emden, ambtenaar van den burgerlijken stand; J.F. Saile Vanier, adjunct-ambtenaar van den burgerlijken stand; C.G. Kreps, bedienaar der begrafenissen; C.G.A. Kreps, adjunct. |
Postwezen. E.C. Wesenhagen, ambtenaar, belast met de posterij. |
Directeur van het kolonisatie-etablissement Albina aan de Marowijne, tevens hulp-ambtenaar van den burgerlijken stand aldaar. A. Kappler (verlof); E.F. Le Fevre, tijdelijk gequalificeerd. |
Vendumeesters. A. Salomons, J.F. Favereij en J.C. Gomperts. |
Beëedigde translateurs. In de Neger-Engelsche taal: A.J. Comvalius, J.C. Nassy Dz. en J.P.W. van Eijck.
In de Engelsche taal: H.C.J. Slengarde en W.B. White. |
In de Fransche taal: H.C.J. Slengarde. |
In de Hoogduitsche taal: C.M.R. Reim. |
In de Portugesche taal: S.H. de Granada. |
|
Landmeter en Rooimeester. A. Copijn. |
Keurmeester van het beestiaal. J.S. van West. |
Schutmeester van het vee. W.F.G.L. Lageman. |
| |
q. Commissien, maatschappijen en genootschappen in Suriname.
Maatschappij tot uitbreiding van het Christendom onder de slaven en verdere heidensche bevolking (opgerigt in 1829). De gouverneur, honorair lid; Ds. C.M. Moes, voorzitter en Ds. C. Conradi, secretaris. |
Surinaamsche Maatschappij van weldadigheid (opgerigt in 1827). Hoofdbestuur: Mr. G.J.A. Bosch Reitz (algemeene voorzitter), S.B. de Mesquita (algemeene penningmeester), Mr. B.E. Colaço Belmonte (algemeene secretaris); J.T. Meurs, F.P. Bouguenon, N.M. Bender, H. Kramer, H.J. Blancke en A.H. de Grenada (adjunct algemeene secretaris); voor ieder der verschillende liefdadige doeleinden dezer Maatschappij bestaan daarenboven sub-commissiën, gekozen uit de gewone leden. |
Surinaamsche Protestantsche Mettray (opgerigt in 1857). In 1860 ontbonden. |
Commissie van beheer der Surinaamsche koloniale bibliotheek (opgerigt in 1858). Dr. C. Landré, voorzitter; Mr. G.J.A. Bosch Reitz, Dr. F.A.C. Dumontier (tevens penningmeester), Mr. C.J. Heylidy (tevens secretaris), leden. |
| |
| |
Surinaamsch onderwijzers-genootschap (opgerigt in 1852). C.A. Batenburg, voorzitter; J.A. Muller, penningmeester en bibliothekaris en N. van Meerten, secretaris. |
Commissie van het fonds tot aanmoediging en ondersteuning van de gewapende dienst in Nederland. J.C. de Normandie 's Jacob, kolonel, en A. Boomgaart, 1ste luitenant. |
Vrijmetselaarsloge Concordia. Ds. C. van Schaick, gedeput. gr. m. nationaal; J.H. Zaal en A.D. Charlouis, secretarissen. |
Muzijkgenootschap ‘Caecilia’ (opgerigt in 1847). Dr. J.J. Juda, voorzitter; Mr. P.H. Verbeek, commissaris, en Mr. C.J. Heylidy, secretaris. |
Tooneel-genootschap ‘Thalia’ (opgerigt in 1840). H.J. Blancke, voorzitter, A.J.H.F. Kennedy, J.C. Muller Az. en A. Lionarons, commissarissen; S.B. de Mesquita, penningmeester; J.P.W. van Eijck, secretaris; D.J.J. Mens, tooneelmeester; J.A. de Mesquita, kleedingmeester. |
| |
r. Leesvereenigingen.
Geneeskundig pharmaceutisch leesgezelschap onder de zinspreuk ‘Legendo discimus’ (opgerigt in 1847). Dr. C. Landré, voorzitter; B. Weijl, penningmeester, en J. Abrahamsz, sectetaris. |
Juridisch leesgezelschap. (opgerigt in 1854). Mr. J.W. Gefken, bestuurder. |
Juridisch leesgezelschap (opgerigt in 1857). N.T.A. Arlaud, bestuurder. |
Leesgezelschap ‘Tot nut en vermaak’ (opgerigt in 1831). N.T.A. Arlaud, bestuurder; N. van Meerten, penningmeester, en L.C. Batenburg, secretaris. |
Leesvereeniging ‘Keur van letteroogst’ (opgerigt in 1849). H.G. Roux, voorzitter: B.C. van den Ende, penningmeester, en E.J. Slengarde, secretaris. |
| |
s. Zieken- en begafenisfondsen.
Surinaamsche Maatschappij tot onderlinge welvaart (opgerigt in 1848). K. Ammon, voorzitter; B. van Breet en C.L. Conijnenberg, penningmeesters; H. Kenswil en A.J. Jansen, secretarissen; Dr. J.C. Belmonte, geneesheer; A.F. Gravenberch, heelmeester; J.C. Hartman, apotheker. |
Surinaamsche algemeene ziekenbus (opgerigt in 1852) R.J. Gollenstede, J. van Bommel en S.C. Nassy, bestuurders; J.P.W. van Eyck en E.M. Morpurgo, adviserende leden; Dr. J. Delmonte Lyon, geneesheer; H. Goudman, apotheker. |
Maatschappij tot onderling voordeel (opgerigt in 1856). J.J. de Randamie, voorzitter; A.G. Philipzoon en M.H. Koning, penningmeesters; C. Dompig en J.A. Mathijs, secretarissen; Dr. J. Delmonte Lyon, geneesh.; J.C. Hartman, apotheker. |
Maatschappij tot onderlinge hulp (opgerigt in 1858), De Gouverneur beschermheer; J.G. Kiern, voorz.; H. Lyon, penningm.; H.R. Wolf, secret.; Dr. J. Delmonte Lyon, geneesh.; D. Colonel, apotheker. |
Vrouwenkring ‘Het nuttige doel’ (opgerigt in 1856). F.J. Kenswil, voorstander; K. Ammon, penningmeester; (Aan de leden is de keuze van den geneesheer overgelaten); A.F. Gravenberch; heelm.; J. Abrahamsz, apotheker. |
| |
| |
Maatschappij tot onderling nut (opgerigt in 1857). G.T.T. Rowlau, voorzitter; J.A. Kross, penningmeester; H.W. Kuster, secretaris; J. Telles, adviseur; Dr. J.R. Arrias, geneesh.; J. Abrahamsz, apotheker. |
Surinaamsch ziekenfonds (opgerigt in 1860). P.H. Arons, voorz.; R. Thomson, penningmeester; L.M. Vallée, secretaris; Dr. J.C. Belmonte, geneesheer; gebr. Lugard, apothekers. |
Fonds: Tot nutte voorzorg (opgerigt in 1860). W.P. Kaersenhout en. G.J.J. Karg, directeuren; Dr. J.R. Arrias, geneesh.; Betting en Heilbron, apothekers. |
| |
t. Leden en correspondenten van geleerde genootschappen en van instellingen van verschillenden aard in nederland en elders.
Koninklijke Akademie van wetenschappen. Dr. F.A.C. Dumontier, corresponderend lid. |
Maatschappij der Nederlandsche letterkunde te Leijden. C. van Schaick, lid. |
Prov. Utrechtsch genootschap van kunsten en wetenschappen. C. van Schaick, lid. |
Zeeuwsch genootschap van kunsten en wetenschappen. C. van Schaick, lid. |
Nederlandsche Maatschappij ter bevordering der Pharmacie. Dr. F.A.C. Dumontier, corresp. lid. |
Societas Physico-Medica Erlangensis. Dr. C. Landré, corresp. lid. |
Academy of Natural sciences of Philadelphia. C.J. Hering, lid. |
Smithsonian Institution te Washington. C.J. Hering, correspondent en meteorologisch waarnemer. |
Wagners Free Institution of sciences te Philadelphia. C.J. Hering, correspondent. |
Burlington County Lyceum of History and natural science. C.J. Hering, corresponderend lid. |
Nederlandsch Bijbelgenootschap, Afdeeling Suriname. J. Abrahamsz, voorzitter; Ds. C.M. Moes, secretaris en boekbewaarder. |
Nederlandsch godsdienstig Traktaatgenootschap. Ds. C.M. Moes, corresp. lid. |
Doofstommen Instituut te Groningen. E. van Emden, correspondent. |
Blinden Instituut te Amsterdam. E. van Emden, correspondent. |
Geneeskundig gesticht voor minderjarige Idioten te 's Gravenhage. B.C. van den Ende, correspondent. |
Amsterdamsch collegie Zeemanshoop. Mr. G.J.A. Bosch Reitz, gemagtigde en correspondent. |
Kon. Nederl. Maatschappij tot aanmoediging van den tuinbouw. Dr. F.W. Hostmann, A. Kappler en H. Bylaart, correspondenten. |
Genootschap van landbouw en kruidkunde te Utrecht. Mr. H. Heylidy, correspondent. |
Maatschappij van land- en tuinbouw ‘de Marne,’ gevestigd te Wehe, provincie Groningen. J. de Jong, lid voor de onderafdeeling Suriname. |
Koninklijk zoölogisch genootschap ‘Natura artis Magistra,’ te Amsterdam. T.J. Eyken Sluyters en J.P.L. Weimann, honoraire leden; J. de Jong, lid van verdienste. |
| |
| |
Rotterdamsche diergaarde. E.J. Slengarde en F.P. Kamerling, eereleden. |
| |
u. District Nickerie.
Landdrost. H. van Genderen, . |
Raad van Hoofd-Ingelanden. De landdrost, president; L. Carbin A. Dessé en Th. Tijndall, leden; de landsschrijver fungeert als secretaris. |
Landsschrijver. F.W. Gardé, die tevens als gezworen klerk de notariële praktijk uitoefent. |
Hulpambtenaar van den burgerlijken stand. De landdrost. |
Gewapende burgerwacht of schutterij. De landdrost, kapitein-kommandant; A. Dessé, 1ste luitenant; Th. Tijndall en L. Carbin, 2de luitenants. |
Hervormde Eeredienst. G.L. Batenburg, predikant; J.J. Hewitt en J.F. Gordon, ouderlingen (de laatste tevens kerkmeester); P.C. Wesenhagen, F.W. Gardé en F.A. Sanches, diakenen (tevens respectivelijk kassier en scriba). |
Evangelische Broedergemeente. A.G. Conrad, zendeling. |
Sub-commissie van onderwijs. De landdrost, president; J. de Veer Tijndall en Ds. G.L. Batenburg, leden. |
Schoolonderwijzer. G.J.J. Karg. |
| |
v. District Coronie.
Landdrost. A.J.T. Tijdeman. |
Raad van Hoofd-Ingelanden. De landdrost, president; G. Cruden en F.W. Faerber, leden. |
Hulpambtenaar van den burgerlijken stand. De landdrost. |
Gewapende burgermagt of schutterij. De landdrost, kapitein kommandant; F.W. Faerber, 1ste luitenant; J. van Berensteijn en J. Carstairs, 2de luitenants. |
Evangelische Broedergemeente. A.A. Räthling, zendeling. |
Roomsch Katholijke Eeredienst. T. Kempkes, kapellaan. |
|
-
voetnoot(1)
- Het jaar en de plaats van de promotie of bevordering (wanneer deze buiten de kolonie plaats had) is achter de namen van de geneeskundigen vermeld.
-
voetnoot(1)
- Gedet. beteekent: gedetacheerd van het leger in Nederland bij de troepen in W.I.
-
voetnoot(1)
- De predikanten vormen met de ouderlingen en diakenen den kerkenraad, en zijn elk om heurte een jaar voorzitter van dien raad.
-
voetnoot(1)
- De namen der onderwijzers en onderwijzeressen zijn gerangschikt naar ancienneteit, d.i. naar den tijd hunner admissie.
|