Almanak voor de Nederlandsche West-Indische bezittingen, en de kust van Guinea. Jaargang 1860
(1859)– [tijdschrift] Almanak voor de Nederlandsche West-Indische bezittingen, en de kust van Guinea– AuteursrechtvrijXV. Commissien en maatschappijen in Nederland tot de West-Indische kolonien in betrekking staande.a. West-Indische Maatschappij.(Kantoor, Keizersgracht bij de Reguliersgracht te Amsterdam.) Voorzitter der Hoofd-commissie, J. Brouwer Ancher, . Commissarissen: D. Borski, , J.H. Insinger, J. Spengler, . Directeur, W.J.E. Smissaert, . Agenten te Curaçao, Hellmund en Comp. | ||||||||||||
b. Maatschappij tot bevordering van het godsdienstig onderwijs onder de slaven en verdere Heidensche bevolking in de Kolonie Suriname.Ga naar voetnoot(1)In 1828 opgerigt en goedgekeurd bij 's Konings besluit van den 4en Julij 1829, no. 180.
Het Hoofdbestuur, te 's Gravenhage gevestigd, heeft in de tweede helft van het jaar 1829 zijne werkzaamheden aangevangen. Het is zamengesteld als volgt: President, G. Graaf Schimmelpenninck, K., Gks. enz. Vice-President, E. Canneman, K. enz. Penningmeester, W. de Leth. | ||||||||||||
[pagina 44]
| ||||||||||||
Directeuren.
| ||||||||||||
c. Commissie tot de zaken der Protestantsche kerken in Nederlandsch Oost- en West-Indië.Voorzitter,........... Secretaris, J.C. Zaalberg, Th. Dr. | ||||||||||||
Leden.F. de Willigen, , W.A. van Hengel, , oud-hoogleeraar te Leiden, P. Jeekel, K.N. Meppen. | ||||||||||||
Buitengewone Leden.I.J. Dermout, K., D. Lenting, predikant te Zeist. | ||||||||||||
d. Oost- en West-Indische opvoedings Maatschappij.Beschermheer Z.M. de Koning.
Honoraire Leden. De Minister van Koloniën en de Gouverneurs van Suriname en van Curaçao en onderhoorigheden. De directeuren en leden der maatschappij in Nederland, meest gewezen Indische hoofd-ambtenaren of in het vaderland teruggekeerde aanzienlijke particulieren, belasten zich met het toezigt over de opvoeding van kinderen, wier ouders in Oost- of West-Indië zijn. Ouders die hiertoe de bemiddeling van het bestuur dier maatschappij inroepen, en geregeld de opvoedings-kosten willen overmaken, hebben daardoor eenen grooten waarborg, dat die gelden met oordeel en tot nut van hunne kinderen worden besteed.
Komm. Frans-Joseph, staatsraad in buitengewone dienst. |