Opgave omtrent den almanak.
De Maancirkel, of het Guldengetal, is een tijdkring van 19 jaren, na verloop van welke de nieuwe en volle manen weder omtrent op dezelfde dagen van het jaar invallen.
De Epacta is het getal, dat, volgens den Almanak, den ouderdom der maan in het begin van het jaar aanwijst. Hieruit volgt, dat, indien de nieuwe maan op den 1 Januarij invalt, de Epacta van dit jaar nul is; maar in het volgende jaar zal zij elf wezen, vermits het maanjaar slechts 354 dagen heeft, terwijl het zonnejaar 365 dagen telt. In het derde jaar daarna zou zij dus drie-en-dertig moeten zijn; doch men trekt, zoodra de Epacta dertig dagen, of eene volle maand, zou te boven gaan, van dit getal 30 af, en dus krijgt men in het gesteld geval niet drie-en-dertig, maar drie dagen.
Men kan door middel van de Epacta voor elke maand den dag der nieuwe maan, en den maans-ouderdom op een bepaalden dag vindeu.
De Zonne-cirkel is een tijdkring van 28 jaren, na verloop van welken de dagen der week weder op denzelfden dag der maand invallen. Deze tijdkring heeft echter deszelfs naam niet ontleend aan den schijnbaren loop der zon, maar aan den Zondag, den dag, aan de Zon gewijd.
De Zondagsletter is een der zeven eerste letters van het A B C, om in elk jaar de dagen, van den 1sten Januarij af, te noemen. Die letter, welke de Zondagen van het jaar aanwijst, wordt Zondagsletter geheeten. Een Scbrikkeljaar heeft twee Zondagsletters, te weten: eene van 1 Januarij tot 24 Februarij, en eene andere van 25 Februarij tot het einde des jaars. Daar nu de dagen der week, na een tijdsverloop van 28 jaren, met dezelfde dagen der maand overeenkomen, zoo moeten ook, na datzelfde tijdsverloop, de Zondagsletters terugkeeren.