Alle eendjes...
(ca. 1935)–Anoniem Alle eendjes...– Auteursrecht onbekend
[pagina 1]
| |
[pagina 2]
| |
Kwekkertje, ik ga naar Oma
Met een mandje lekker fruit.
Denk erom, pas op de kleintjes
Ga beslist het hek niet uit.
Laat de poes niet binnensluipen
En denk om die groote rat
En niet door de heg heenkruipen
Denk erom, dan zwaait er wat.
| |
[pagina 3]
| |
[pagina 4]
| |
O, die arme kleine Snater
Heeft een hekel aan het water.
Raar, zeg, voor een eendje.
Moeder is hem flink aan 't wasschen.
Aan het flodderen en het plassen
En ook niet zoo'n beetje.
Snatertje gilt moord en brand
Kwak en Kwek staan aan de kant
Denken heelemaal niet blij:
Lieve help, straks moeten wij.
| |
[pagina 5]
| |
[pagina 6]
| |
Zie je Vader Kwak daar gaan
Met zijn nieuwe schoenen aan?
Loopt hij daar te stappen,
Vindt zichzelf geweldig sjiek
Snaterbekje lacht zich ziek,
Ziel hem vroolijk trappen
In een groote waterplas
Druppels spatten op z'n jas.
Wat is dat nou treurig
Hij was net zoo keurig.
| |
[pagina 7]
| |
[pagina 8-9]
| |
[pagina 10]
| |
Zeg je moet niet lachen, hoor!
Dit is nu een eendenkoor,
Twee dames en twee heeren.
Ze doen verschrikkelijk hun best
Om de muziek en heel de rest
Goed uit 't hoofd te leeren.
Ze zingen heusch geweldig fijn
Als de kindertjes naar bed toe zijn.
Die zouden anders storen.
Hun keel doet van het zingen zeer,
Als 't uit is, doen ze 't nog een keer.
Zeg kom j'ook eens hooren?
| |
[pagina 11]
| |
[pagina 12]
| |
Wat zie ik daar een mooie eend,
Wat heeft ze een beeldig hoedje,
Ik dacht eerst heusch dat ik het was,
‘Zeg juffrouw eend, wat moet je?’
‘Waarom draag jij daar mijn beste hoed?’
‘Waarom draag jij daar mijn sjaaltje?’
‘Dat vind ik beslist niet goed’
‘Ik vind jou toch een brutaaltje’
‘Ik zal jou heusch wel krijgen hoor’
‘Kom jij eens boven water’
‘Dan geef ik jou een flinke klap’
‘Op je brutale snater’.
| |
[pagina 13]
| |
[pagina 14]
| |
Alle eendjes zwommen in het water
Met veel kabaal, en veel gesnater.
Daar kwam een groote kikker aan:
‘Zien jullie hier dat bord niet staan?’
‘Je mag hier lekker toch niet baden’
‘En daarom zou ik jullie raden’
‘Naar huis te gaan, verdwijn maar vlug’
‘En 'k zie je liever nooit terug.’
| |
[pagina 15]
| |
|