Alles loopt mij tegen(19de eeuw)–Anoniem Alles loopt mij tegen– Auteursrechtvrij Vorige [pagina 1] [p. 1] Alles loopt mij tegen. Wijze: Ik zal mij wreken, valsche meid. Mijn vrienden en vriendinnen al, 't Is slecht met mij gesteld. Ik ben steeds in een droef geval En altijd zonder geld. 'k Ging onlangs om een meisje heen, Maar juist een ander ligt mij 't been, En was 't nog maar voor eene keer! Maar ach, helaas! veel meer. (bis.) Ik heb in mijne jeugd studeert Voor rechter, advocaat; Maar toch van alles niets geleerd, Daarom veeg ik de straat. Ik ben nog dommer als voorheen, En brak daarbij nog laatst een been; Nu spring ik rond al op een kruk En ben voor 't ongeluk. (bis.) Een aardig meisje had ik lief, Maar op een goede keer Dat ik die schoone hartedief Steeds zoende, ach! zoo teer, Dacht ik: wat ruikt zij uit haar hals, En wat zijn toch die wangtjes mals; Met schrik ontwaard' ik op die stond Dat 'k zoende voor haar k... nt. (bis.) [pagina 2] [p. 2] Op trouwen heb ik eens gestaan, Ten minste zoo ik dacht; Maar, zie! ach, het is misgegaan; Haar, die ik mij verwacht, Die welbeminde nam mij beet; Het gaf voor mij zoo'n bitter leed Toen ik vernam dat zij was vrouw; Reeds twee jaar in de trouw. (bis.) Laatst zou ik op een bruiloft gaan, Maar toen ving ik zeer luid Bij 't Bruidje met liefkozing aan, En 'k moest de zaal voort uit. In mijn verwarring nam ik toen De jas eens ander's mee, zeer koen; Zoo dat me voor de rechtbank trok En 'k moest een week in 't hok. (bis.) Moet ik soms naar een and're stad, Te laat kom 'k aan 't station; Daar ik mijn hoofd verloren had, De rug niet vinden kon. Laatst ging ik uit te halen spek, Maar kreeg een pats daar op mijn bek; Want 't was een jood daar ik juist kwam Die dat zoo kwalijk nam. (bis.) Zoo heb ik telkens grief op grief; Maar smeek U, vriendenkring: Vergeef mij toch als 't U belief Zoo ik iets mis beging. Nu zwijg ik van mijn levensloop, En koester zeker alle hoop Dat het was naar uw zin bekoor, En uwe bravo's hoor. (bis.) Vorige