Alfa-Nieuws. Jaargang 13
(2010)– [tijdschrift] Alfa-nieuws– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 15]
| |||||||||||
KadersEisen voor nieuwkomers in Nederland aangescherpt
| |||||||||||
Brief van de ministerOp 2 oktober 2009 stuurden minister Van der Laan van Wonen, Wijken en Integratie, en staatssecretaris Albayrak en minister Hirsch Ballin van Justitie een brief naar de Tweede Kamer waarin nieuwe maatregelen werden aangekondigd in het kader van de huwelijks- en gezinsmigratie.Ga naar eind1 Aanleiding voor de aangekondigde maatregelen vormden onder meer de uitkomsten van enkele onderzoeken naar huwelijks- en gezinsmigratie en de Wet Inburgering Buitenland (WIB) die in 2009 werden uitgevoerd. Een rapport betrof de werking en effecten van de WIB. Twee andere rapporten betroffen de juridische en financiële aspecten van de WIB.Ga naar eind2 Onder meer naar aanleiding van de bevindingen kondigt het kabinet maatregelen aan op het gebied van bestrijding van fraude en misbruik, van versterking van de inburgeringsmaatregelen, van emancipatie van de huwelijkspartners en bestrijding van huwelijk onder dwang. In deze bijdrage wordt eerst kort ingegaan op een paar uitkomsten van het onderzoek en vervolgens op de maatregelen die het kabinet met betrekking tot de inburgering zal nemen. | |||||||||||
Onderzoek WIBOnderzoeksbureau Regioplan heeft in de periode tussen juni 2008 en maart 2009 een eerste effectonderzoek uitgevoerd (overigens onder vermelding dat het heel erg lastig is een dergelijk onderzoek uit te voeren). Regioplan heeft, wat effecten betreft, vooral de volgende vragen bekeken: burgeren inburgeraars die al in het buitenland een examen hebben gedaan (WIB-kandidaten) beter in dan een vergelijkingsgroep die al voor de invoering van de WIB naar Nederland kwam (de prewibbers)? Betekent een hogere score op de Toets Gesproken Nederlands (TGN) afgenomen bij het examen Buitenland ook een beter resultaat op de intaketoets in Nederland? Daarnaast is ook gekeken naar de ervaringen van medewerkers van de Nederlandse vertegenwoordigingen en de inburgeraars zelf, en naar de monitorresultaten die in het buitenland zijn bijgehouden. Hier een kleine greep uit de gegevens (het hele onderzoeksrapport is te vinden op
| |||||||||||
[pagina 16]
| |||||||||||
begeleiding bij het afnemen van het examen. Ze vinden het examen Kennis van de Nederlandse Samenleving goed te doen (uit honderd vragen met antwoorden bij een videofilm die ze vooraf krijgen worden er dertig geselecteerd als examenvragen), maar zijn minder positief over de Toets Gesproken Nederlands. Die vinden ze moeilijk. Van de kandidaten voor het examen buitenland slaagt 91% de eerste keer voor het examen, als een herkansing wordt meegerekend slaagt 96%. Het slagingspercentage voor de laagopgeleiden (in het rapport is dat basisonderwijs of minder) ligt op 80%. Het feit dat de wibbers die hoger scoorden bij de TGN ook hoger scoren bij de intaketoetsen in Nederland, zal niemand verbazen. En ook niet dat ze gemiddeld hoger scoren bij de intake in Nederland dan de pre-wibbers; zeker niet omdat ze gemiddeld ook hoger zijn opgeleid. | |||||||||||
Nieuwe maatregelenHet kabinet kondigt, onder meer op basis van deze onderzoeken, in elk geval de volgende maatregelen aan:
Daarnaast worden nog diverse maatregelen genoemd om bijvoorbeeld fraude te bestrijden ofhuwelijken onder dwang te voorkomen. Ook gaat het kabinet nog onderzoeken op welke wijze een opleidingsinspanning kan worden gevraagd van de buitenlandse partners (in relatie tot de ontwikkelingen rondom de leeftijdsonafhankelijke leerplicht). Speciale aandacht wordt ook nog gevraagd voor de asielzoekers, want die zijn pas inburgeringsplichtig vanaf het moment dat hun asielaanvraag gehonoreerd is, en ook die hebben recht op gezinsvorming en gezinshereniging. | |||||||||||
AnalfabetenUit deze combinatie van gegevens mag blijken dat het voor analfabeten en zeer laag opgeleiden bepaald niet gemakkelijker wordt om een verblijfsvergunning voor Nederland te krijgen. Er hebben zich kennelijk minder laagopgeleiden gemeld voor het basisexamen inburgering buitenland, en van diegenen die dat wel gedaan hebben, slaagt een kleiner deel dan van de hoger opgeleiden. Daar komt nog bij dat de eisen voor het mondeling examen verhoogd worden (A1-niveau) en dat er een schriftelijk examen aan toegevoegd wordt. Hoe dat schriftelijk examen er uit zal zien (wat? op welk niveau?) is overigens nog niet duidelijk. Bovendien wordt ook onderzocht of de opleidingseisen niet aangescherpt kunnen worden. Kortom, voor een analfabete partner van een laagopgeleide migrant in Nederland, ook al heeft de migrant een verblijfsvergunning, wordt het niet makkelijker om zich bij de partner te voegen. Uit de gegevens is overigens niet af te leiden of en in welke mate het daarbij gaat om analfabeten die nooit naar school zijn geweest. Uit de combinatie van de twee gegevens - er melden zich minder laagopgeleiden voor het basisexamen inburgering en van degenen die zich wel melden, slaagt verhoudingsgewijs een kleiner percentage - kan in elk geval wel geconcludeerd worden dat het basisexamen over het algemeen weliswaar gemakkelijk is, maar dat het waarschijnlijk vooral de analfabeten zullen zijn die toch moeite hebben die hindernis te nemen. |
|