Werkbladen letterherkenning en schrijven.
Aad is ook de naam van de hoofdpersoon in de lesmethode waarvan hierboven melding werd gemaakt. De methode bestaat uit verschillende modules. In de eerste module leert de cursist het handalfabet kennen en de letters schrijven.
Het handalfabet is een andersoortige code van het Nederlandse alfabet en bestaat uit vormen en bewegingen van de handen vergelijkbaar met braille of morse. Het handalfabet heeft voor doven net zo'n soort functie als het analyseren en synthetiseren van klanken voor horenden. Ze leren dat een woord uit kleinere eenheden bestaat, die als letters geschreven kunnen worden en óf verbeeld óf verklankt kunnen worden. De module Vingerspellen bestaat uit vier delen en een toets, verdeeld over vijf lessen. In de eerste vier lessen komen steeds zes of zeven letters aan de orde. De vingerspellingsoefeningen zijn per les hetzelfde, maar hebben uiteraard betrekking op andere letters.
Alle oefeningen staan op losse werkbladen en zijn er op gericht om de vingerspelling receptief en productief te beheersen. Iedere les bestaat uit veertien werkbladen. De werkbladen bestaan uit de onderdelen: vingerspellen, matchen, de alfabetische volgorde en woordherkenning.
De schrijfoefeningen hebben tot doel de letters van het Nederlandse alfabet te leren schrijven. Gekozen is om blokletters aan te leren omdat die dicht bij de leesletters liggen.
In de tweede module Basiswoordenschat worden tachtig Nederlandse woorden aangeboden die alle letters omvatten. Met deze tachtig woorden worden ook de bijbehorende gebaren, tekeningen en vingerspelling aangeleerd. De woorden dienen niet alleen het alfabetiseringsproces maar zijn ook communicatie communicatief belangrijk. Tijdens deze module worden vijf thema's van twee lessen aangeboden. Ieder thema start met een praatplaat en bevat werkbladen om de vingerspelling, het plaatje, het geschreven woord en het gebaar te matchen. Vooral de vingerspelling en het gebaar zijn een heel belangrijk onderdeel bij het aanleren van de Nederlandse taal. Ook dit onderdeel wordt afgesloten met een toets.
Afhankelijk van de mate waarin de cursist bekend is met lezen en schrijven, wat moet blijken uit de gegevens van een intaketoets, kunnen de twee basismodules Vingerspellen en Woordenschat overgeslagen worden.
Na de basismodules volgen de meer thematische modules die gericht zijn op het verdiepen en verbreden van het Nederlands, op het tot stand brengen van communicatie met anderen en op sociale kennis en vaardigheden. In