Alfa-Nieuws. Jaargang 12
(2009)– [tijdschrift] Alfa-nieuws– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 9]
| |||||||||||||||||||
Uit het veldSuccesvol inburgeren
| |||||||||||||||||||
DoelDe conferentie ‘Op zoek naar het succes van de inburgering’ was bedoeld om beter inzicht te krijgen in waarom een bepaalde cursus of aanpak bij (A)NT2-cursisten juist wel of juist niet werkt. Vanuit het Ministerie van VROM is in het kader van het Deltaplan Inburgering een onderzoeksopdracht naar succesfactoren binnen inburgering geformuleerd. Vanuit dit vooronderzoek zou een beter advies met betrekking tot het leerlastonderzoek kunnen worden gegeven. | |||||||||||||||||||
LiteratuuronderzoekHet vooronderzoek werd verricht door Cito. Kaatje Dalderop (Cito) deed literatuuronderzoek en presenteerde de uitkomsten daarvan op de conferentie. Zoals verwacht blijken er heel veel factoren mee te spelen en elkaar te beïnvloeden. In de literatuur is weinig effectonderzoek van T2-onderwijs aan volwassenen te vinden. De volgende succesfactoren komen uit de literatuur naar voren:
Kaatje Dalderop besloot haar presentatie door aan te geven dat verdere prioritering van succesfactoren die middag in de werkgroepen zou plaatsvinden. Op grond van het literatuuronderzoek en de prioritering zal Cito een advies aan het Ministerie van VROM uitbrengen. | |||||||||||||||||||
FC-Sprint2Aansluitend op de presentatie van Kaatje presenteerden Jan Deutekom en Nelleke Koot het FC-Sprint2-concept. Dit concept gaat uit van docenten die hoge verwachtingen van cursisten hebben, het initiatief bij cursisten leggen, hen voorzien van voldoende bronnen en onderlinge steun tussen cursisten stimuleren. Cursisten zijn zelf verantwoordelijk voor het leerproces, ook alfacursisten, en een docent spreekt af | |||||||||||||||||||
[pagina 10]
| |||||||||||||||||||
wanneer ze iets moeten kennen dan wel presenteren. Het idee hierachter is onder andere dat cursisten nooit beter zullen presteren dan een docent verwacht. Het geloof van de docent dat een cursist het kan, maakt dat die cursist het ook kan. Succesfactoren die bij deze aanpak genoemd werden, zijn:
| |||||||||||||||||||
BenchmarkAansluitend sprak Hans Kuhlemeier, ook vanuit Cito, over leerlastindicatoren (benchmarks) in het NT2-onderwijs. Een benchmark is een instrument dat voorspelt wie welk niveau in welke tijd onder welke condities zou kunnen bereiken (Duijm et al., 1996; Van der Linden et al., 1996). Kuhlemeier liet zien dat leerlastonderzoeken (ICE, 1996; Commissie Franssen, 2004Ga naar eind1) verschillende resultaten tonen ten aanzien van de relatie tussen het aantal uren les en een niveauverhoging van het Nederlands voor de groep laagopgeleiden en voor de groep hoogopgeleiden. Een onderzoek naar de niveauverhoging na 120 uur bij FC-Sprint2-cursisten geeft wederom een ander beeld. Voor hoogopgeleiden leidde dezeFiguur 1: Vergelijking van drie leerlastonderzoeken (laagopgeleiden)
methode tot bijna een tweemaal zo hoog taalniveau na 120 uur dan het gemiddelde resultaat bij de onderzoeken van ICE en de Commissie Franssen. Voor laagopgeleiden blijkt na 120 uur een zelfde resultaat als bij het ICE-onderzoek (zie de grafiek).
Het Cito adviseert om bij het onderzoek naar leerlast, uitgaande van vast te stellen succesfactoren, achtereenvolgens uit te gaan van:
| |||||||||||||||||||
SuccesfactorenTijdens het middagprogramma werkte ik mee aan het vastleggen van de belangrijkste succesfactoren voor alfabetisering. Een eerste aantekening die hierbij gemaakt werd, was dat het onjuist is om over alfabetisering te spreken. Het gaat namelijk om meer dan alleen leren lezen en schrijven. Alfa-NT2 is een term die de lading beter dekt. Van tevoren was aan de deelnemers van de werkgroep gevraagd om succesfactoren en het waarom daarvan op te schrijven. Onder leiding van Jeanne Kurvers werden de opgeschreven factoren in een eerste ronde door een ieder toegelicht. Willemijn Stockmann noteerde kort per deelnemer de genoemde factoren. Uiteindelijk kwamen we tot rond de dertig factoren met hier en daar wat overlap. Na wat discussie werden een aantal factoren samengevoegd. Vervolgens mocht elke deelnemer een top drie van factoren aangeven. Het geheel resulteerde in een rij van elf succesfactoren, waarvan de eerste vier de belangrijkste bleken. De factoren vijf t/m elf werden alle even vaak genoemd.
| |||||||||||||||||||
[pagina 11]
| |||||||||||||||||||
Er werd hierbij nog aangetekend dat ondanks deze succesfactoren en hoge verwachtingen van cursisten het voor velen geen haalbare kaart zal zijn om het inburgeringsexamen in de huidige vorm te halen. De elektronische praktijktoets vraagt een hoge (leer)vaardigheid in het omgaan met veel informatie en meerkeuzevragen, te hoog voor veel alfacursisten. Deze praktijktoets is veel moeilijker dan de Alfaprofieltoets die een lees- en schrijfniveau meet zonder te veel tussenkomst van allerlei andere (schoolse) vaardigheden. Geopperd werd dat het verzamelen van portfoliobewijzen juist wel een goede zaak is, omdat cursisten er dan op uit moeten. Dertig stuks vond men echter voor alfacursisten wel erg veel. | |||||||||||||||||||
AfrondingTot slot van de dag werden de succesfactoren uit de verschillende werkgroepen gepresenteerd. Bij de laag-, midden- en hoogopgeleiden werden factoren als taalcontact, docentcompetenties, audiovisuele middelen en doelgerichtheid, soms in andere bewoordingen, eveneens genoemd. Inmiddels heeft Cito het eigen onderzoek en de door de praktijk aangedragen succesfactoren samengebracht in een rapport met een advies aan het Ministerie van VROM ten aanzien van uit te voeren leerlastonderzoeken. | |||||||||||||||||||
LiteratuurCommissie Franssen (2004). Normering Inburgeringsexamen. Advies over het niveau van het nieuwe inburgeringsexamen in Nederland. Tweede deeladvies van de onafhankelijke adviescommissie normering inburgeringseisen, ingesteld door de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie. Den Haag, juni 2004.
Deutekom, J. (2008). FC-Sprint2 grenzeloos leren. Amsterdam: Uitgeverij Boom.
Duijm, K. & T. Abbenhuis (1996). Leerlastindicator 1996. Deel2: een eerste aanzet. Eek en Wiel: Bureau ICE.
Linden, T. van der, K. Duijm & K. Heij (1996). Leerlast NT2 nader bekeken. Verslag van een expertmeeting naar aanleiding van het onderzoek ten behoeve van de leerlastindicator 1996 op 12 september 1996. Eek en Wiel: Bureau ICE. |