hun informatie te vergroten. Taalkracht geeft suggesties voor het begrijpelijker maken van communicatie-uitingen van gemeenten en bedrijven. Als voorbeeld wordt de gemeente Den Haag genoemd, die een heuse ‘taaldokter’ inzet: deze buigt zich over onnodig ingewikkelde brieven van ambtenaren en tracht de schrijvers te genezen van hun ‘ziekte’. Als derde komt leesbevordering aan de orde als middel om laaggeletterdheid te voorkomen. Gemeenten kunnen ervoor zorgen dat hun inwoners zo vroeg mogelijk beginnen met lezen en dat men plezier aan lezen beleeft.
Leesbevordering is een van de belangrijkste taken van de openbare bibliotheken. Deze kunnen zich met hun activiteiten en acties op kinderen, jongeren en hun ouders richten. Op de dvd komt de openbare bibliotheek van Rotterdam aan het woord, die met haar samenwerkingspartners bezig is aan een actieplan voor het terugdringen van laaggeletterdheid in Rotterdam.
Als vierde wordt uitgelegd hoe gemeentelijke diensten kunnen samenwerken bij de aanpak van taalachterstanden. Gemeenten hebben de regie over het onderwijsachterstandenbeleid, scholen hebben de verantwoordelijkheid voor de uitvoering: samen kunnen zij werken aan het voorkomen of wegwerken van taalachterstanden. Ook consultatiebureaus hebben hierin een rol. Onder het motto ‘jong geleerd is oud gedaan’ zien we comedian Jörgen Raymann in Urk op bezoek gaan bij het consultatiebureau: hij spreekt daar over het belang van kinderen voorlezen en vestigt de aandacht op de informatiemap Taalkracht voor consultatiebureaus. In Rotterdam kunnen ouders die zelf lees- en schrijfproblemen hebben op de scholen van hun kinderen lees- en schrijfcursussen volgen in het project Alle ouders doen mee.
Als vijfde komt de aanpak van laaggeletterdheid onder werkzoekenden aan bod. Veel werkzoekenden kampen met lees- en schrijfproblemen. Door hun laaggeletterdheid niet aan te pakken ontnemen zij zichzelf ontplooiingskansen en houden ze een slecht arbeidsmarktperspectief. Aangestipt wordt hoe het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI), het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) en gemeentelijke sociale diensten op dit punt kunnen samenwerken. Voor werkzoekende laaggeletterden is het CWI een van de eerste instanties waar zij terechtkomen. Het CWI kan hen snel doorverwijzen naar lees- en schrijfcursussen.
Als zesde en laatste komt de aanpak van laaggeletterdheid onder werkenden aan de orde. Laaggeletterden met een baan hebben vaak moeite goed te presteren. Doordat lees- en schrijfvaardigheid binnen de meeste werksoorten steeds belangrijker wordt kunnen veel laaggeletterden met een baan zich steeds moeilijker staande houden. Zo'n zes procent van de werkenden heeft echt last van feit dat hun lees- en schrijfvaardigheid onvoldoende is. Daar kan wat aan gedaan worden. De gemeente Haarlem nam bijvoorbeeld alfabetiseringsambassadeurs mee naar bedrijven om aan werknemers te vertellen wat het (beter) leren lezen en schrijven voor hen had betekend.