Opbouw van het werkboek
Het werkboek bestaat uit een korte inleiding en vervolgens een onderverdeling in:
• | deel I Burgerschap, |
• | deel II OGO (Onderwijs, Gezondheid en Opvoeding) en |
• | deel III Werk. |
In de inleiding wordt het doel van het werkboek uitgelegd. Globaal wordt aangegeven hoe je zelf een portfolio maakt. Dan wordt de familie De Vries voorgesteld. De gegevens van de vrouw, de man en de drie kinderen worden door het hele boek heen als voorbeeld bij het invullen van formulieren of het schrijven van briefjes gebruikt.
Tot slot worden de vier pictogrammen uitgelegd. De pictogrammen staan voor vier soorten opdrachten: samenwerken en praten; iets schrijven; controleren van de ingevulde gegevens; iets voor je portfolio.
De verschillende delen zijn in hoofdstukken opgedeeld. Bij elk hoofdstuk wordt een korte uitleg gegeven van de situatie en worden de belangrijke woorden, in rood gedrukt, opgesomd.
Deel I Burgerschap is het dikste deel met zes hoofdstukken: inleiding, bankzaken, wonen, gemeente, onderwijs, contact met buren en kennissen. Een greep uit de authentieke opdrachten: diverse bonnen invullen, een aanvraag voor een bankrekening, betaalopdrachten, verhuisberichten, meterstanden, gemeentelijke adreswijziging, aanvraag voor identiteitskaart, het aanmeldingsformulier Centrale Examens Inburgering, een kaartje naar de buren schrijven.
Deel II OGO heeft vijfhoofdstukken en behandelt achtereenvolgens het invullen van briefjes voor ouderhulp, een tien-minutengesprek, een briefje naar de school schrijven en een inschrijfformulier invullen.
Deel III Werk bevat drie hoofdstukken. Het behandelt het