aandacht aan. Soms zegt iemand: “Mijn kind vindt dit boekje niet leuk en heeft er geen aandacht voor”. Dan bekijken we het boek samen in de groep. De vraag is altijd: “Wat kies jij en wat zou je kind kiezen?” In zo'n geval moet je je verplaatsen in je kind en niet zozeer je eigen voorkeur volgen. Het bleek dat zij altijd een boek met tekst kiest. “Anders kun je niet voorlezen,” zei ze. Maar haar kind wilde boeken met alleen plaatjes. Toen ze dat meenam, was haar kind wel dolenthousiast. Ook met plaatjesboeken kun je heel interactief voorlezen.’
Wat is dat, interactief voorlezen?
‘Daar bedoel ik mee dat je ook praat over wat je leest, vragen stelt, woorden uitlegt, een reactie van het kind vraagt op een plaatje, enzovoort. In die zin moeten mensen af van het idee dat je pas echt voorgelezen hebt als je een heel boek van voor tot achter doorgewerkt hebt. Ook een paar bladzijden kan al genoeg zijn of een gesprek naar aanleiding van wat je gelezen hebt. Het gaat zeker niet in de laatste plaats om de gezelligheid, dat je het leuk hebt met elkaar in die tijd. Het is ook een opstapje voor later. Kinderen leren er woorden door en je creëert een leescultuur. En als het leuk is om voor te lezen, blijven mensen het doen ook na de cursus. Kinderen ontdekken ook op een bepaald moment dat al die rare zwarte tekens met elkaar een woord vormen. Dat realiseren veel mensen zich niet. Als een kind nog niet kan lezen, bestaat ieder boek alleen uit plaatjes, die zwarte tekentjes zijn geen woorden met betekenis voor een kind. Dat ziet alleen de plaatjes.’
Je had het net over de bibliotheek. Wat doe je daar precies mee?
‘Samenwerking met de bibliotheek is eigenlijk een voorwaarde, vind ik. Er zit in de koffer wel veel en goed bruikbaar materiaal, maar je hebt nog veel meer nodig. Ik vraag altijd bij de peuterspeelzalen met welk thema ze bezig zijn. Daar vraag ik dan boeken over. En ik had ook eens een Turkse vrouw in de groep. Ze kon niet echt goed in het Nederlands lezen. Voor haar heb ik toen boekjes in het Turks gevraagd. Kreeg ik Dikkie Dik in het Turks. Die vrouw was helemaal blij dat ze ook in het Turks voor mocht lezen. Van heel onzeker veranderde ze in heel enthousiast.
We gaan ook altijd een keer naar de bibliotheek toe. Daar laten ze alle soorten boeken zien, waar alles staat, wat de stickers betekenen, enzovoort. Heel vaak weten mensen niet dat het lidmaatschap voor kinderen gratis is. Meestal wordt iedereen gelijk lid.’
Willen bibliotheken wel meewerken?
‘Ja, heel graag zelfs.’
Waar geef je de cursus?
‘Niet op het ROC. Eén keer heb ik hem in de bibliotheek gegeven en verder steeds in wijkcentra.’