hoofdstuk gelegd op de taalaspecten klanken, woordenschat en lezen: deze zijn cruciaal voor de NT2-ontwikkeling én daarmee voor de ontwikkeling van schoolse vaardigheden.
Er is ook een hoofdstuk opgenomen over taalgericht vakonderwijs: waarschijnlijk geen nieuw begrip voor de meeste lezers. Taalgericht vakonderwijs is een didactiek die erop gericht is om zaak- en sectorvakken voor leerlingen beter toegankelijk te maken. Talige drempels worden erdoor verlaagd. Omdat zorgleerlingen in de eerste opvang zeker te maken zullen hebben met talige problemen, biedt taalgericht vakonderwijs juist aan hen handvatten waardoor zij zaak- en sectorvakken beter kunnen volgen.
Hoofdstuk 6 schetst een mogelijke leerstoflijn voor zorgleerlingen. Er worden twee leerstoflijnen onderscheiden: die voor 12- tot en met 15-jarige zorgleerlingen en die voor de 16+-ers. Binnen de twee leerstoflijnen wordt weer een uitsplitsing gemaakt naar de basisen schakelfase (het eerste en tweede jaar van de eerste opvang). Bovendien wordt er onderscheid gemaakt naar uitstroom: voor leerlingen die naar het praktijkonderwijs gaan is ander lesmateriaal geschikt dan voor leerlingen die naar het vmbo (met leerwegondersteuning) gaan of rechtstreeks naar de arbeidsmarkt. Naast de zogenoemde ‘kernmethodes’ zijn ook allerlei aanvullende en remediërende materialen opgenomen.
In hoofdstuk 7 worden alle leermiddelen uit de leerstoflijn uitvoerig beschreven. Per leermiddel wordt steeds aangegeven voor welke doelgroep het materiaal geschreven is, aan welke vaardighe(i)d(en) wordt gewerkt, wat de samenstelling en gevolgde werkwijze van het materiaal is en in welke mate het geschikt is voor 12- tot en met 15-jarigen, dan wel 16+ers.
Hoofdstuk 8 gaat over intake. Hierin wordt besproken op welke wijze en aan de hand van welk materiaal de intake van (mogelijke) zorgleerlingen kan worden aangepakt. Er wordt ook ingegaan op specifieke aandachtspunten ten behoeve van het signaleren van zorgleerlingen. Naast een ‘gewone’ wordt ook een verlengde intake geschetst en uiteraard is er ook een paragraaf opgenomen over een mogelijke (verlengde) intake van 16- tot 18-jarigen.
Wanneer een leerling door middel van een gedegen intake op de juiste plek is terechtgekomen, is het natuurlijk zaak zo'n leerling op talig gebied goed te blijven volgen. Over zo'n leerlingvolgsysteem taal, ingebed in het totale leerlingvolgsysteem en in dienst van een gedegen leerlingbegeleiding, gaat hoofdstuk 9. Er wordt een aanpak van planmatig handelen beschreven en tevens passeren manieren van observatie, registratie en in te zetten toetsmaterialen en toetskalenders de revue.
Hoofdstuk 10 behandelt de doorstroom van zorgleerlingen naar praktijkonderwijs, naar de basisberoepsgerichte leerweg met leerwegondersteunend onderwijs en naar speciale doorstroomprogramma's voor risicoleerlingen. Zowel voor de jongere als oudere zorgleerlingen worden de mogelijke doorstroomtrajecten uitgewerkt. Ook worden de wettelijke kaders geschetst waarbinnen toelating tot de verschillende onderwijstypen zich afspeelt.
Tenslotte wordt in hoofdstuk 11 beschreven hoe onderwijs aan zorgleerlingen in de praktijk organisatorisch vormgegeven kan worden. De voor- en nadelen en praktische consequenties van homogene dan wel heterogene groepsindeling komen aan bod en er worden tips gegeven op het gebied van werken met kernteams en vormgeven van lestabellen en roosters. Ook over facilitering - zorgleerlingen brengen immers extra kosten met zich mee - wordt het een en ander gezegd.