De woorden in Wablieft zijn vooral gewone woorden, woorden uit de spreektaal. Zo kun je lezen over een NAVO-baas in plaats van over de secretaris-generaal en over een vergadering in plaats van over een conferentie. Modewoorden zijn vaak moeilijke woorden, vooral voor zwakke lezers.
Wablieft zoekt ook nadrukkelijk naar waar raakvlakken met de lezers liggen. Er is meer nieuws over wat in het eigen land gebeurt dan ver daar vandaan. In het nummer dat voor me ligt, zie ik een korte bijdrage over de crisis in de luchtvaart in België, maar ook een volle bladzijde over de honderdste geboortedag van Walt Disney met van alles over zijn werk en zijn leven. Er is een sportpagina, een kruiswoordpuzzel en een strip.
De opmaak verschilt op enkele punten wel van een gewone krant. De letters zijn groter en de regelafstand eveneens. Dat schept rust op een pagina. Het valt ook op dat foto's en de tekst eronder goed overeenkomen om zo het begrip van de tekst te ondersteunen. En cijfers worden als cijfers geschreven, niet voluit in letters. Om dit alles te illustreren zijn enkele fragmenten uit Wablieft overgenomen.