Tellen
Zo'n leerling als Sindy. Half december arriveert hij in mijn klas. Een vrolijke gezonde Koerd uit Irak. Bijna 17 jaar oud. Olijk rood petje en een open lach. Al gauw blijkt dat hij helemaal geen aanleg heeft voor de geringste schoolprestaties. Geen kort geheugen, herkent geen illustraties, ook niet in de eigen taal. Tellen kan hij niet, niet in het Nederlands en niet in het Koerdisch (hetgeen we ten einderaad maar eens probeerden). Nog niet tot 3. Letterlijk! Ik kan inmiddels goed Koerdisch tellen, in ieder geval tot vijf maar hij zegt, nu na zes weken: ‘Een, drie,’ en als je geluk hebt komt er: ‘acht.’ In zulke gevallen schieten mij de voor de hand liggende vragen door het hoofd. Heeft die jongen als kind nooit tikspelletjes gedaan? Als hij voor zijn vader op de geiten moest passen, heeft hij die beesten dan nooit moeten tellen? Heeft hij nooit een boodschap voor zijn moeder gedaan? Als hij als jongetje voor de oorlog geronseld is geweest, moest hij toch de kogels kunnen tellen? Hij maakt geen getraumatiseerde indruk. In de pauze zit hij met landgenoten plezierig te kwekken; met andere nationaliteiten heeft hij best een soort taalloos contact. Van de week heeft hij voor mij het schoolplein aangeveegd; leek hij erg leuk te vinden. Hij heeft zich als alleenstaand vluchteling tot nu toe weten te redden; ten slotte is hij veilig van daar naar hier gekomen. Maar als docent sta je voor raadsels. En wat toch best zorgelijk is: zo'n raadsel kost een docent heel veel tijd en heel veel energie. Met welk doel? Want ook een docent met heel veel fantasie gaat zich dan afvragen: wat moet ik hiermee? En wat moet er uiteindelijk met zo'n jongen gebeuren? IQ testen en wat dan?
Beschrijvingen en anekdotes van ‘raadselachtige’ probleemgevallen in de alfa-klas zou ik graag willen verzamelen.
Stuur je verhaal naar alfa-nieuws.
Henny Jellema.
Haarlem, maart 1999.
Wij vonden voor u ook nog een Elfje van een onbekende Elfjes-dichter.