Ad Interim. Jaargang 3(1946)– [tijdschrift] Ad Interim– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 413] [p. 413] Primitief Zóó schilderden de ouden - zoo alsof zij alles onder stil klaar water zagen. Een bloem, een vacht, een lichaam, heel de stof van plant en dier en mensch deden zij van éénzelfde intens geheim licht stralen als de doode blâren en 't wier, bezonken in een held're poel. Zoo lig jij nu te glanzen, ijl en koel afzijdig in je ongenaakbaar rijk, je bad, kleine Madonna van van Eyck, hel en doorzichtig fijn herschapen en omlicht door geest van water. Argeloos en onwetend van m'n pijn - dit tijdeloos ontroerd staan voor wat later nog maar een handvol kleurloos stof zal zijn. Henriëtte Schuurbeque Boeije Vorige Volgende