Ad Interim. Jaargang 3(1946)– [tijdschrift] Ad Interim– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Voor Annemarie De poëzie peilt dieper dan het hart der aarde. Zei niet de groote Florentijn, dat zij begon In 't heldre centrum, Liefde, aller zonnen zon, Het al bewegend, dat in kringen er rond waarde? Ik laat haar vogelvrij. Hoe zou ik anders kunnen? Zij bloeit, waar ook die zon haar stralen zendt. Maar als een booze macht dat godlijk leven schendt, Wie zou haar bloesem dan een andre kleur misgunnen, De kleur van rouw en hoop, waarin zich 't volk herkend', Toen 't bloedig leed onder het duivelsch heir der Hunnen? 't Is herfst; en op de graven staan de rozen rood. Vergeet het niet, o volk, in strijd uit pijn herboren, Want deze bloei, uit u, wil ú ook toebehooren, Haar wortels reiken tot die Liefde, licht in nood. G. Kamphuis Vorige Volgende