Acta Neerlandica 15
(2019)– [tijdschrift] Acta Neerlandica– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 5]
| |||||
VoorwoordIn mei 1626 vertrok de toen 28 jaar oude Pieter Nuyts (1598-1655) als ‘Raad extraordinaris’ van de VOC naar Batavia. De jonge man, zoon van een uit het Zuiden gevluchte textielhandelaar, in Middelburg geboren, studeerde aan de Universiteit Leiden, maakte een snelle carrière bij de Verenigde Oost-Indische Compagnie. Na zijn aankomst in Batavia werd hij prompt benoemd tot gewoon ‘Raad van Indië’ en daarnaast ook nog tot gouverneur van Formosa (Taiwan). Formosa was toentertijd een strategische plaats voor de VOC, omdat de handel met China sterk haperde. De Nederlanders hadden niet alleen problemen met de Chinezen, maar ook met de Japanners. De Portugezen die al een eeuw vroeger in het gebied zich vestigden en in oorlog met de Republiek der Zeven Provinciën waren, betekenden een continu gevaar voor de Nederlanders. Nuyts kreeg dus een zeer speciale post waar hij niet alleen zijn leiderskwaliteiten en krijgstalenten moest laten zien, maar ook in diplomatieke vaardigheden moest uitblinken. Hij faalde op alle fronten. Zijn eerste diplomatieke missie voerde hem naar de Japanse shogun, Tokugawa Iemitsu (1604-1651) in Edo (Tokyo). Hier had Nuyts de plooien moeten gladstrijken die in verband met de handel op Formosa waren ontstaan. Nuyts ging eerst naar Hirado, waar de factorij van de VOC gevestigd was. Het ervaren opperhoofd Cornelis van Nijenrode had de kersverse gouverneur sterk aangeraden, zich tijdens zijn diplomatieke missie bescheiden te tonen tegenover de Japanners en slechts 24 man als gevolg mee te nemen. Nuyts lapte de raad van Van Nijenrode aan zijn laars en nam maar liefst 240 bedienden mee op de hofreis naar Edo. Hier werd hij met onverwachte | |||||
[pagina 6]
| |||||
problemen geconfronteerd. Japanse handelaren die op Formosa handel dreven maar niet gediend waren van de hoge tollen en heffingen van het Nederlandse gezag aldaar, wilden de shogun overtuigen dat Japan Formosa gewoonweg maar moest bezetten. Nuyts deelde hierop mee dat zijn directe superieur de Gouverneur-Generaal en de Raad van Indië zo'n stap van de Japanners nooit zou dulden. De Japanners waren verward. Zij dachten de hele tijd dat Nuyts de ambassadeur was van ‘koning’ Maurits van Holland. Maar wie is dan de Gouverneur-Generaal van wie Nuyts zijn instructies ontving en wat was dan de Raad van Indië?Ga naar eind1 Nuyts was duidelijk geen geboren diplomaat en waarschijnlijk voldaan van Europees superioriteitsgevoel. Belerend en betweterig legde hij de Japanners uit dat de Zeven Verenigde Provinciën geen koninkrijk waren dus ook geen koning konden hebben. De Nederlanders erkenden de koning van Spanje niet meer en vochten voor hun vrijheid. De omslachtige uitleg van Nuyts over de Staten-Generaal, de Prins van Oranje als stadhouder en de Provinciale Staten hebben de Japanners waarschijnlijk helemaal niet kunnen volgen. Zijn relaas moet hautain en arrogant overgekomen zijn. Een ding hebben de Japanners in ieder geval begrepen: de Nederlanders zijn in opstand gekomen tegen hun wettige koning en wilden hem als vorst niet meer erkennen. Deze informatie viel niet in goede aarde bij de shogun en zijn adviseurs. Japan was namelijk een land dat na honderdvijftig jaar burgeroorlog eindelijk een periode van vrede kende. Na de allesbeslissende slag bij Sekigahara (20 en 21 oktober 1600) werd Tokugawa Ieyasu (1543-1616) de sterkste krijgsheer en vanaf 1603 de shogun van Japan. Hij deed er alles aan zijn centrale macht te verstevigen, de opstandige daimyos te beteugelen en iedereen die hem maar een beetje verdacht leek snel en effectief te bestraffen. En de Europeanen waren voor hem bij voorbaat zeer verdacht.Ga naar eind2 De aanwezige Portugezen en hun missieactiviteiten beschouwde hij als een gevaar voor het land. Ieyatsu verbood in 1613 de godsdienstbeoefening van Christenen in heel Japan. Na de dood van Ieyatsu (in 1616) ging zijn opvolger en zoon Iemitsu door met deze maatregelen. In 1624 heeft hij de Portugese en Spaanse schepen verboden in Japan aan te leggen.Ga naar eind3 Drie jaar later moest hij dan van de arrogante Pieter Nuyts horen dat hij als ambassadeur van Nederland een volk vertegenwoordigde dat in opstand kwam tegen zijn wettige vorst. Een ongehoorde misdaad in de ogen van de Japanners. Nuyts had waarschijnlijk helemaal niet in de gaten wat hij met zijn belerend gepraat aanrichtte. Het imago van de Nederlanders was bij de shogun op zijn dieptepunt. Onderhandelingen werden afgebroken en Nuyts moest onverrichter zake naar For- | |||||
[pagina 7]
| |||||
mosa terugkeren. Hier ging hij door met zijn agressief optreden tegen Japanse handelaren. Het gevolg was een totaal embargo op Nederlandse schepen in de Japanse havens. Ook met de Chinese handelaren kreeg hij slaande ruzie en de plaatselijke bevolking haatte hem en zijn mannen zo dat de inheemsen bij gelegenheid 66 soldaten hebben neergesabeld. Nuyts heeft in korte tijd voor elkaar gekregen dat de handelsbetrekkingen tussen Japan en Nederland praktisch stil werden gelegd, maar de Chinezen en de Formosanen lustten hem ook wel rauw. Een totale mislukking als diplomaat en als gouverneur. Door gebrek aan kennis van de plaatselijke verhoudingen en de locale cultuur, door zijn arrogante houding en agressieve optreden heeft hij alleen maar schade veroorzaakt. Hij werd naar Batavia besteld, berecht en later aan Japan uitgeleverd. Een ongekende stap in de VOC-geschiedenis. Hij heeft vier jaar gevangen gezeten. Dankzij een wel zeer getalenteerde Nederlandse diplomaat en opperhoofd van de factorij in Hirado, François Caron (1600-1673), kwam Nuyts in 1636 vrij. Caron was afkomstig uit een gevluchte Franse hugenotenfamilie die in de Republiek terechtkwam. Hij was dus in feite een migrant die zijn carrière bij de VOC als koksmaat begon, later als tolk werkte en opklom tot opperhoofd van Hirado. Hij heeft met de shogun met succes onderhandeld en hem een koperen kroonluchter geschonken die Tokugawa zozeer beviel dat hij de meest onbekwame Nederlandse diplomaat van de 17de eeuw uiteindelijk vrijliet. Dit verhaal laat ons het enorme belang van diplomaten en diplomatie zien, dat uitgesproken woorden uit de mond van een ambassadeur verstrekkende gevolgen kunnen hebben voor een heel volk, voor de economie en voor politieke betrekkingen. Maar het laat nog meer zien dan dat. Ook leren we hieruit dat een degelijke opleiding en een afkomst van goeden huize (dat had Nuyts allemaal) verre van voldoende zijn om een goede diplomaat te worden. Het succes van een diplomaat hangt ook af van zijn persoonlijkheid, emotionele intelligentie, kennis van land en volk, talenkennis en empathie. In dit nummer van Acta Neerlandica gaat het over succesvolle en minder succesvolle diplomaten of over ‘möchte gerne’ diplomaten die eigenlijk geen diplomaten waren. Wat hen verbindt is dat ze geschreven hebben. En we weten: wie schrijft die blijft. De basis van dit nummer was een internationaal symposium op 20 oktober 2017 in Debrecen met de titel ‘Diplomatenschrijvers - Schrijvende diplomaten’. Het idee voor een symposium kwam van Liesbeth Dolk, de biograaf van de schrijver en diplomaat F. Springer. Wij zijn haar hiervoor erg dankbaar. | |||||
[pagina 8]
| |||||
René van Hell, ambassadeur van het Koninkrijk der Nederlanden in Hongarije houdt zijn lezing bij de opening van het symposium Diplomatenschrijvers - Schrijvende diplomaten in oktober 2017 in Debrecen.
Zij was niet alleen de initiatiefnemer maar ook een van de sprekers. Het symposium werd gerealiseerd door de UD Research Group Hungary in Medieval Europe en de Vakgroep Nederlands van de Universiteit Debrecen. Het welkomstwoord werd uitgesproken door de ambassadeur van het Koninkrijk der Nederlanden, René van Hell. Een deel van de lezingen is reeds in het Hongaars verschenen onder de titel Diplomata írók - Író diplomaták.Ga naar eind4
Gábor Pusztai | |||||
[pagina 9]
| |||||
Bibliografie
|