Zijn monografie is in velerlei opzicht van belang. Zoals vermeld laat hij ons kennismaken met het werk van László Székely, een in Hongarije vergeten, maar in het buitenland meer bekende schrijver, reiziger, vertaler en grafisch kunstenaar. Door de introductie en analyse van Székely's literaire werk verbreedt hij de grenzen van de Hongaarse literaire canon. Alhoewel literaire canons per se conservatief van aard zijn, is de Hongaarse misschien nog een tintje conservatiever dan andere: het is niet makkelijk om erin te geraken of eruit te vallen. Dit heeft historische, maatschappelijke en soms politieke redenen - waar ik hier niet op kan ingaan. Hoewel Hongaarse genderstudies mooie resultaten geboekt hebben door het werk van vergeten of verzwegen schrijfsters onder de aandacht te brengen, toch werd bijna geen van hen in de sterk masculiene Hongaarse literaire canon opgenomen. Ook is er nog veel te doen om werken van waardevolle ‘lichtere’, lees ontspanningsliteratuur te emanciperen. Hiertoe doet Pusztai in zijn monografie een poging: hij brengt een tot nu toe onbekende schrijver onder de aandacht met het doel om Székely een plekje te geven in de Hongaarse literaire canon. Geen gemakkelijke taak aangezien de rariteit van het thema in Hongarije - het lot van een Hongaarse planter op Sumatra, een voormalige Nederlandse kolonie - en de ambivalentie van het genre van Székely's boek: is het een reisbeschrijving, een avonturenroman of een autobiografie? - werken allebei tegen de literaire canonisatie. Een van de verdiensten van de auteur is dat hij de aandacht van de Hongaarse literatuurwetenschappers voor Székely vraagt. Dit kan eventueel de eerste stap van een verlate canonisatie betekenen. Om deze reden al kan het boek van Pusztai innovatief genoemd worden.
Een ander belangrijke karaktertrek van het boek bestaat erin dat vertaling als een vorm van cultuurbemiddeling een bijzondere rol krijgt. Pusztai analyseert de vertaalactiviteiten van László Székely en zijn vrouw, Madelon Lulofs (1899-1958), en hun beider rol in de cultuurbemiddeling vanuit het perspectief van zowel de Nederlandse als de Hongaarse literatuur in de jaren dertig en veertig van de twintigste eeuw. Een van de resultaten van hun vertaalactiviteiten is de intrede in de Nederlandse literaire markt van zulke belangrijke Hongaarse auteurs als Sándor Márai, Lajos Kassák, Ferenc Molnár en vele anderen.
De thematiek van culturele transfer is relatief nieuw in publicaties van Hongaarse literatuurwetenschappers behalve dan in de vertaalwetenschap. Vertaalwetenschap is inmiddels een zelfstandige discipline geworden waarbij ook niet-literaire vertalingen aan de orde komen. Het boek van Pusztai is ook daarom waardevol omdat hij culturele transfer in de vorm