Die geen Harten kan speelen zal Schoppen krygen.
Een Heer welke naar een Juffrouw vreide, was met haar op een gezelschap genood, wanneer nu een Kaartje gespeeld zoude worden, zo moest dezen Heer eerst opspeelen, hy zeide hontje lief wat wilt gy dat ik speelen zal? Harten antwoorde de Damen, die heb ik niet zeide hy. Dan zal ik u schoppen geeven, antwoorden zy, en moest dus zonder verbidden weg.