Vreemde begeerte naar Vrienden.
Een Boerin in de Kerk de Misse hoorende, nam twee wassche Toorsen, en hegte de eene aan het Beeltenis van St. Michiel, en de andere aan den Duivel, die aan St Michiels voeten lag, de Clercq van de Paater dit ziende, zeide wat doet gy goede Sloof, het is den Duivel dien gy deeze Toors geeft, waarop de goede Vrouwe antwoorde, Ja dat is my het zelve, 't is goed dat men overal Vrienden heeft, want men weet niet waar men koomen kan.