Reeden van Woelagtigheid.
Zeker Edelman in de Schouwburg een Tooneelspel ziende, moest veele maalen wilde hy wel zien opstaan. Een jonge Juffrouw, welke naast hem zat, en dit opstaan en nederzitten verveelende, zei de Myn Heer, ik heb nooit zo een woelagtig Man gezien, waarop gemelden Heer antwoorden: Mejuffer zo gy tussen u Beenen had dat ik 'er heb, gy zou nog veel woelagtiger zyn als ik ben.