Aardige vermaakelyke tyd-kortende vertellingen
(ca. 1750)–Anoniem Aardige vermaakelyke tyd-kortende vertellingen– Auteursrechtvrij
[pagina 50]
| |
Op 't Altaar van Begeerte en Zugt naar het genieten;
Ik zet de Zinnen Paal, laat duurb're Vreugde vlieten;
By dat ben Ik wel Streng, ja Strenger dan de Dood:
Ik geef' een' diepen Wond, zelfs buiten Scherp of Lood;
Ik doe door Veele Smart den Levenden versterven;
'k Zie noch naar Geld noch Goed, naar Huis, Paleis noch Erve:
Waar Ik als Koningin of Priesteresse woon',
Daar ziet men naar geen' Smart, Verwyt, of Bitsen Hoon,
Ik draag in Liefde 't all'; geen Mensch zal my verstooren!
Zelfs Koning, Prins, of Graaff, en Armen moeten hooren
En voelen dat Ik woon', waar men zig keere of wend'.
Raad; want myn Naam en Werk zyn zelv' Alom bekent.
Antwoord Liefde.
|
|