Een weinig sprekende Vrouw, door voorbidding tot veel spreeken gebragt.
De Vrouwe van eene Rotanval om zeker ongenoegen dat zy tegen haar Man die genoegzaam gek was hadde opgevat, weinig, ja op het laatste in het geheel niet sprak, bedagt Rotanval alle middelen om haar tot spreken te krygen, maar konde haar daar toe niet bewegen. Gaat op het laast heen wanneer zeker Priester 't Sermoen deed, en geeft het volgende Briefje in de Kerk: zyt in uwe Gebeden indagtig de Vrouwe van den Heere Rotanval die haar spraak verlooren heeft, waar over ik die haar Man ben in myn Ziel ten uiterste bedroeft ben, de Priester bleef niet in gebreken maar las het briefje hard op, en bad voor haar. Zy gevallig in de Preek zynde rees zeer verstoord op, en riep hoe zal het hier nog gaan Heer Pater? Heb ik myn spraak verloren zulks is onwaarheid, ik spreek zo wel als een ander, ziet op wat