Aardige vermaakelyke tyd-kortende vertellingen

Een Koopman gered door Dieven.

Zeker jong Koopman zig niet bedeeld vindende van veel geld, Negotieerde egter groot en trankiel, op hoop van winst, dat hem redelyk gelukte, dog eenige tyd genegotieerd hebbende, moest hy een Wissel aan de Kassier W.S. van omtrend tien duizend gulden, op een nabyzynde verval dag betaalen, en zag geen kans om dat Geld machtig te worden, dat hem zeer leed was, dog moest een vond wilde hy Koopman blyven zoeken, bedagt dan deeze, na dat de Cassiers Jongen eens by hem was geweest, dien hy zeide des Middags ten drie uuren weder te moeten komen, om twee Zakkerolders te spreken, en die de Jonge te beduiden, om was het haar mogelyk de Jonge van zyn Brieven Tas te berooven, belovende hen een goede Premie, zo zy die aan hem bezorgden, deeze Zakkenrolders pastte naauwkeurig op, langs den Weg die de Jonge volgens gewoonte gaan moest, welke juist die weg komende het Schaapje was dat geslagt zoude moeten worden, maar hoe best daar Occasie toe

[p. 25]

gezogt, zy die onder schyn van Ruezie met elkander begonde te vegten, kregen de Jonge mede onder veele anderen tot aanschouwer, onder welk voorwendsel zy hem beknopt van zyn Brieven Tas beroofde, waarop die welke dezelve had, schielyk onder schyn van bang te wezen het Hazepad koos, waar door het gevegt eindigde, de Jonge by den Heer komende, zogt in zyn Zakken na de Brieven Tas maar vond hem niet, zeide myn Heer ik heb hem zekerlyk op het Comptoir late leggen, ik zal hem schielyk halen, zo moet gy u reppen zeide de Heer, verheugende zig inmiddels dat zyn vond gelukt zoude zyn, de Jonge konde hem niet vinden, zo als te denken was, kwam by de Heer met zyn Patroon, die onder Aanbiedinge van een behorelyke quitantie zo hy dagt, om Geld verzogt, zeggende de Jonge zal de Brieven Tas verleid hebbe, en als wy die vinden zullen wy u de Egte Wisselbrief behandigen. Neen zeide de Heer, ik betaal niet dan op de Geaccepteerde Wisselbrief, waar mede de Cassier zig moest vernoegen, men zogt, en riep om, dat zo een Brieven Tas vermist wierd, maar kwam niet te regt, vermits de Heer die reeds machtig zynde, dezelve met de Wissel en eenige kleine Assignatie verbrand had, men ontbood een seconde Wissel, dog dien Heer wilde die niet acceptereeren, zo dat hy eenige

[p. 26]

tyd door die weg uitstel van betalinge kreeg, maar de arme Jonge moest niet minder daarom lyden. De Gelukzon die inmiddels dezen Heer zonderling tot zyn voordeel bescheen, stelde hem in staat dit Geld zonder beletsel te kunnen misschen, dagt nu zal ik den Cassier voldoen, liet hem ontbieden en vond het heel schielyk met hem, onder beding van twee vaste borgen, schoon die voor hem onnodig waren. Een slimme greep om Koopman te blyven.