Maar zoud gy my wel een Bede die ik op u hebbe willen bewilligen? Zy antwoorden ja met al myn hart. Wel nu zeide de Grysaard, de Jaaren waar in gy u bevind zullen u zekerlyk door het jeugdig bloed, niet ongehuwd blijven, dat ik u ook niet kwalyk kan afnemen. Maar ik moet u zeggen dat ik op u en Monsr. A.G. een jalours mistrouwe gehad heb, vermits die hier al te gemeenzaam komt, en zo ik niet gevreest had u te mishagen had ik hem ons Huis al verbooden. Derhalven wanneer ik zal gestorven zyn zo trouwd met wie gy wild, maar beloof my niet met deze te zullen trouwen. Waarop de Vrouwe zeer verheugd antwoorden, Kind zyt daar vry gerust op, ik kan hem niet nemen, want ik ben alreede aan myn Heer C.D. verlooft. Zy voorzag zig vroeg uit vreeze van niet te krygen.