Op dezelve.
Op een anderen tyd de Koning, met de klynheid van voorgaanden Perzoon spottende, zeide, dwergje! gy zyt besnoeit, dat ik u vreese te verliesen; ik zoude u ter bewaaringe wel haast in myn' Zak steeken. Sire! antwoorde het quantje, steek my waar gy wilt, maar vooral dog niet in uw Goud-Beurs, want daar liep ik gevaar nooit weêr uit te komen.