Aarts' Letterkundige Almanak voor het George Orwelljaar 1984

[p. 18]

[Veertien dichters veertig
Juni]

Ik leefde in concubinaat met mijn lichaam

mijn hand trad op als de rekenmeester van onze huishouding
en als de executeur van onze eenheid

Mijn voorstelling was het voorontwerp van onze wettigheid
en de bekrachtiging van onze voorliefde voor geen ander
dan voor wie wij ons uitgaven binnen de beperking
van ons voorkomen en de voorlijkheid van
onze verbintenis

Wij spraken af in het woordschap van benaming
doolden door de belettering van de vernoeming
en vonden ons in het voornaamwoord van onze rang

Ik was na afdracht winst der wereld en
het spog spilziek van de eenzaat

Ik was belastingplichtig aan de inspectie van mijn vorm
gaf opening van de jaarrekening van mijn verrichting
schreef tijd af van mijn duur
trok rente van mijn lichaam
bracht in mindering op mijn tijdsspanne

Kees Ouwens