Aarts' Letterkundige Almanak voor het P.C. Hooftjaar 1981

[p. 2]

[p. 5]

Voorwoord

Hartelijk dank, lieve lezers en lezeressen, voor de overstelpende hoeveelheid stoffelijke blijken van dank die ons mochten bereiken naar aanleiding van de verschijning van Aarts' Letterkundige Almanak. Nog dagelijks genieten wij met volle teugen van de inhoud der vorstelijke flessen wijn die u ons ‘om aan te sterken’ deed toekomen. Van het misselijkmakende voorwoord dat de uitgever vorig jaar achter onze rug om naast het onze meende te moeten laten afdrukken hebt u zich, goddank, niets aangetrokken. Het kwaad straft overigens zichzelf: Het op triomfantelijke toon in dit walgelijk stukje proza medegedeelde adres van Hugo Claus was reeds lang verouderd en om die reden dan ook door ons niet opgenomen. Het juiste adres vindt u in deze nieuwe jaargang.

Maar wij mochten niet alleen dankbetuigingen van u ontvangen, lieve lezers en lezeressen, ook zond u ons vele bruikbare aanwijzingen en belangwekkende aanvullingen, die alle door ons werden gecontroleerd en na goedkeuring in onze kaartsystemen opgenomen, waardoor deze jaargang, genoemd naar de beroemde zeventiende-eeuwse dichter en geschiedschrijver P.C. Hooft, mede door uw toedoen belangrijk in waarde heeft gewonnen.

En dan de kritiek! Vol angst en vrees wachtten wij het vernietigende oordeel af dat zij zou vellen over ons nederig werk. Maar neen! Zelden tevoren is zo eenparig de loftrompet gestoken: Leo Geerts in De Nieuwe, Guy Mortier in Humo, Wam de Moor in De Tijd, W.F. Hermans (uw adreswijziging is verwerkt) in Nieuwsnet, Aad Nuis in de Haagse Post, Wim Zaal in Elseviers Magazine en Jeroen Brouwers in Vrij Nederland (hij deed het later nog eens dunnetjes over in De Volkskrant) waren eensgezind van mening dat deze almanak het boek was waar zij hun hele leven op gewacht hadden. Slechts één dissonant klonk in dit koor van lofbetuigers: Rudi Boltendal in de Leeuwarder Courant toornde tegen de volstrekte veronachtzaming van het Friese literaire leven, en zijn woede was terecht. Die woede was voor ons een aansporing om deze lacune aan te vullen, en ziehier, ook de Friezen kunnen en zullen nu voldaan zijn.

Nog waren wij niet tevreden. Hadden wij immers niet in de vorige jaargang onze vrienden in de West schromelijk verwaarloosd? Welnu, vrienden, om daarom meteen maar een revolutie te ontketenen lijkt ons ietwat overdreven, in ieder

[p. 6]

geval zult u met voldoening kunnen constateren dat dit verzuim meer dan hersteld is.

Vergeef ons, lieve lezers en lezeressen, bovenstaande ontboezemingen, en koop en lees deze almanak, en blijf ons uw raadgevingen sturen, opdat hij het volgend jaar nóg beter zij.

Dick Welsink

Willy Tibergien

[p. 7]

Met dank aan C.J. Aarts, Jacques Asselman, Bram Binneweg, mevrouw Bourguignon, Ronald Breugelmans, Nini Brunt, Phil Cailliau, Daphni Chiotakis, Charlotte de Cloet, Jan Cremer, Frank de Crits, Colá Debrot, Jozef Deleu, Mark van Dongen, Huib Eijkelenboom, P. Hans Frankfurther, C. Golterman-van Dijk, Jef van Gool, A.J. Govers, Jaco Groot, Geeske Hendriksen, Gerard van der Hilst, Anne-Marie De Jaegher, Frans Kotterer, Ary Langbroek, Sjoerd Leiker, Nop Maas, P.M. Manasse, Jelle van der Meulen, Nienke van der Meulen, Gwennie Middleton, Loe van Nimwegen, Max Nord, G.A. van Oorschot, Bob Polak, José de Poortere, Hans Prins, A. Prinsen Geerligs, Ella Punt, Marc Reynebeau, Wendy Rietkerk, Gerard van Roeden, Tony Rombouts, Frans de Rover, a.a. sanders, Huug Schipper, Bert van Selm, Edy Seriese, Kees Simhoffer, Ludo Simons, Annelies Snijder, Walter Soethoudt, Th.A. Sontrop, Wil Soyer, Jan Willem Stas, Gerard Straathof, Roger Vanaken, Frank Vanderputte, Arthur Vandevelde, Herwig Verleyen, J. Vermaak, Margot Vos, Andries van der Wal, Mariken Welsink, Hanny van Westreenen, Thijs Wierema, Jacques Willemen, Jeannine Woinet, Brigitte Wollaert en Ronald van de Wouwer.