Aarts' Letterkundige Almanak voor het Schrikkeljaar 1980(1979)–Willy Tibergien, Dick Welsink, [tijdschrift] Aarts' Letterkundige Almanak– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 109] [p. 109] October Mijn ramen staan opnieuw op nacht en najaar open, weer gaat het waaien langs de ramen naar de gracht. Ik heb gewacht tot ik op niets meer wilde hopen dan wat nog ieder jaar october heeft gebracht. De bomen die weer in het laat seizoen verdorren. De namiddag. En onherroepelijk nabij zijn allen die al langzaam aarde zijn geworden. Van oude mensen gaan de dingen nu voorbij. De grote liefdes komen onder de verweerde hemel nu ergens voor de laatste keer bijeen: - Wij hebben steeds gevreesd wat wij het meest begeerden en elke teerheid liet ons hunkerend alleen. Alleen. De lege steden en de lege straten met weer en wind en wat daarin te gronde ging. En wij, die meer verloren dan wij ooit bezaten, wij worden stil van zinloze verwondering. Jean Pierre Rawie Vorige Volgende