[Zwarte tijd]
Zwarte tijd, naam door Beets gegeven aan de dagen, waarin de dichters zich overgaven aan de uitbeelding van hun ziele-smart en griezelige verhalen schreven in de mening, dat ze Byron navolgden. Beets beleefde zelf die tijd, voor hij als Hildebrand optrad, 1839. Braga spotte met de gezwollen onechte poëzie van Beets, Hasebroek e.a. In zijn opstel De Zwarte Tijd in zijn Proza en Poëzie van 1840 zwoer Beets openlijk de mystieke wereldsmart van Byron af.