[Woeringen]
Woeringen, roofslot ten N. v. Keulen, waar 1288 Jan I van Brabant de aartsbisschop van Keulen, de graven van Luxemburg en Gelre en de heer van Valkenburg versloeg en Limburg won. Tegenover Dusseldorp. Bezongen door Jan van Heelu, 1291, om de roemzucht van de adel te strelen; half ridderroman, half rijmkroniek. Opgedragen aan prinses Margareta van Engeland, bruid van Prins Jan van Brabant; zij moest er Nederlands uit leren. Het gedicht is bijna 9000 regels groot en is onze meest dichterlijke rijmkroniek. Van Heelu prijst de Brabanders uitbundig, maar hij verkondigt ook de lof van de dappere vijanden als de graaf van Luxemburg.
Hij schreef als ooggetuige ‘dese yeeste die hi met ogen sach.’