Letterkundig woordenboek voor Noord en Zuid
(1952)–K. ter Laan– Auteursrecht onbekend
[pagina 598]
| |
‘Aulularia’ van Plautus, 1616. Een der eerste stukken in Costers Academie. Dr. P. Leendertz Jr. betoogde, dat Warenar gemeenschappelijk werk is van Coster en Hooft; Stoett kwam daar tegen op in Taal en Letteren van 1897. Hooft schreef het stuk in 9 dagen en slaagde er in, van Aulularia een echt Amsterdams spel te maken. Voor 't eerst weer uitgegeven door Dr. M. de Vries, 1843. Opnieuw door Dr. Leendertz in de Zwolsche Herdrukken, 1897. Hooft wilde met Warenar de kosten goedmaken van de vertoning van zijn Baeto. Hij stelde zo weinig prijs op deze vertaling en bewerking, dat het stuk in 1617 naamloos verscheen en in 1636 niet werd opgenomen in de verzamelde gedichten. De proloog wordt bij Plautus uitgesproken door de huisgod; Hooft stelde er een dialoog voor in de plaats tussen ‘Miltheit’ en ‘Gierigheit’; zo wordt verklaard, hoe Warenar zo gierig is geworden door het vinden van een pot met dubbeloenen. |
|