[Voochdesse van mijn siel]
Voochdesse van mijn siel, de aanhef van een der lyrische gedichten, door Hooft gewijd aan Mithra Granida, d.i. Christina van Erp; eerst 6 coupletten van 4 regels met een vervolg van nog 9 strofen:
Voochdesse van mijn siel, wtmuntend hooch cieraedt,
Die op den top des lofs in mijnen sinne staat.