Letterkundig woordenboek voor Noord en Zuid
(1952)–K. ter Laan– Auteursrecht onbekend[François Marie Arouet Voltaire]Voltaire, François Marie Arouet -, 1694-1778, grootmeester v.d. Franse wijsbegeerte; schrijver van klassieke toneelwerken. Maakte diepe indruk door zijn optreden tegen de inquisitie, vooral bij de Doopsgezinde en Remonstrantse predikanten, maar ook bij velen in de grote kerk. Zijn Verhandeling over de Verdraagzaamheid, 1764 te Leeuwarden verschenen, werd door Ged. Staten van Friesland en van Zeeland verboden en verscheen dus in drie drukken. Voltaire is de hoofdman der Verlichting, strijder tegen alle geestesdwang; voorloper v.d. F. Omwenteling. Vertoefde 1750-'73 aan 't hof van Frederik de Grote van Pruisen. Aan hem wordt als oordeel over de Nederlanders toegeschreven, dat het was het land van canaux, canards, canaille. Voltaire's toneelwerk werd in de 18e eeuw als model beschouwd, vertaald en nagevolgd. Zijn heldendicht Henriade werd 1770 door Betje Wolff als een volmaakt dichtwerk geprezen; zie daar. Zaïre vertaald door Govert Klinkhamer, 1734, 't eerste toneelwerk van Voltaire in 't Ned. Door Frederik Duym veroordeeld, met welk vonnis Lessing het eens was. Het stuk door Duym verbeterd! Huydecoper keurde Voltaire's Oedipe af. Voltaire bezocht Nederland in 1737 en maakte kennis met Willem van der Pot; opnieuw in 1743, toen hij in aanraking kwam met P.A. de Huybert en W. v. Haren. Eerst in de 2e helft der eeuw maakte hij hier opgang en werden zijn 27 treurspelen vertaald. Zij bleven tot in de 19e eeuw op het toneel en werden schitterend vertolkt door Mw. Wattier, Bingley en Snoek. Zijn Mérope werd zelfstandig bewerkt door Helmers in zijn treurspel in 4 bedrijven Dinomaché, koningin van Athene. Voltaire hield zich voor de vorm aan het F. klassieke toneel, doch hij bracht er nieuw leven in op voorbeeld van Shakespeare. Ook zijn blijspelen werden vertaald; het zijn spelen tot bestrijding van gebreken. W. v. Haren dweepte met hem, vooral als heldendichter; Voltaire prees hem 1743, wegens zijn Leonidas, als Demosthène au conseil
et Pindare au Parnasse.
De Staten van Holland en Zeeland bevalen in 1764, dat Voltaire's wijsgerige werken openlijk verbrand moesten worden. |
|