[volksalmanakken]
volksalmanakken, met allerlei wetenswaardigheden in proza en poëzie, vooral op 't gebied van geschiedenis, overleveringen en letteren; b.v. de Gelderse, die nog bestaat, de Overijselse 1836, de Groninger 1837-'51, de Drentse. De Volksalmanak voor Katholieken, 1852, van Alberdingk Thijm en Van Nouhuys; sedert 1936 de Thijm-almanak. De Groninger Volksalmanak verschijnt opnieuw sedert 1890, nu meer wetenschappelijk. In de Geldersche Volksalmanak van 1853 en volgende jaren verscheen telkens een novelle van Cremer. De Zuid- en Noordhollandsche Volks-Almanak verscheen 1845 onder redactie van A.J. v.d. Aa. Met medewerking van O.G. Heldring, P.H. Witkamp e.a. Van 1838 was er reeds de Zuid-Hollandsche Volksalmanak, waaraan o.a. G.D.J. Schotel, Mr. G. Mees Azn., W.H.J. Baron van Westreenen van Tiellandt, P. Moens en D. Buddingh meewerkten. Sedert 1831 verscheen de Nederlandsche Volksalmanak bij Hendrik Frijlink te Amsterdam, met de Ned. Maagd, de Ned. Leeuw en de Ned. vlag op het titelblad.