[Turken]
Turken, vooral in de 17e eeuw gevreesd als de grote vijanden van het Christendom in West-Europa. Vandaar gedichten als van Vondel: Op de Neerlaegh der Turksche vlote, 1649; Op den Zeetriomf, 1656; Kandia op haar uiterste, 1669.
Van J. de Decker Op den zeeslag tusschen den Turk en Venetiaan, 1656.
Van Antonides: Zeetriomf der Venetianen over de Turken, 1666. En Nederlaeg der Turken, toen van Gent 6 Algerijnse zeeroversschepen veroverde. Reeds in 1634 had Vondel een gedicht gemaakt Op de tweedraght der Christe Prince; muziek van C.T. Padbrué, 1640.
Pluimer dichtte een lierzang op de nederlaag der Turken:
Slaven juicht, klopt in uw handen,
'k Zie eerlang u uit uw banden
En bevrijd van slavernij.
Van J.B. Wellekens Vreugdezang van Argosche Edelen over de verlossing v.d. ‘Peloponeus’ door de Venetiaansche Zeemagt, 1687.