[Felix Timmermans]
Timmermans, Felix -, 1886-1947, uit Lier, eerst leurder in kant, werd alom bekend door zijn Vlaams verhaal Pallieter, 1916, beschrijving van de Kempen, vol uitbundige levensvreugde. Daarop volgden verschillende andere Vlaamse verhalen, o.a. Driekoningen-triptiek, met Eduard Veterman omgewerkt tot het toneelstuk En waar de ster bleef stille staan. In verzen geschreven is Boudewijn, satire op de Vlaamse Beweging na de vorige oorlog, Reinaert nagevolgd. Met Anton Thiry schreef hij Begijnhofsproken. Van hem alleen Het Kindeken Jezus in Vlaanderen, 1918; De Pastoor uit den bloeyenden Wyngaerdt, 1922; de romans over P. Brueghel, 1928, en over St. Franciscus; De zeer schoone uren van Juffrouw Symforoza, een verhaal uit het Begijnhof van Lier. Ten slotte Boerenpsalm, het beeld van de Vlaamse boer, de realistische sombere tegenhanger van Pallieter; 1935. Deze roman werd door Albert Welling als een toneelspel bewerkt in 6 lange taferelen. Laatste werk: het leven van Adriaan Brouwer. Timmermans bezit de gave van vertellen. Schoon Lier 1926; Anna-Marie, een Lierse geschiedenis van 't jaar 1830, in 1921 verschenen; ook op het toneel gebracht.
Leuvens proefschrift over Timmermans van Dr. Th. Rutten, 1928.
Maurice Gilliams schreef een In Memoriam, 1947; Renaat Veremans gaf zijn Herinneringen uit.