Letterkundig woordenboek voor Noord en Zuid(1952)–K. ter Laan– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [taneel] taneel, o. = de beun of solre, het plankier waarop de abele spelen en sotternieën en de latere rederijkersspelen op de markt werden opgevoerd; het woord later verwisseld met toneel. Vorige Volgende