[Jhr. Dr. Nico van Suchtelen]
Suchtelen, Jhr. Dr. Nico van -, geb. te Amsterdam, 1878-1949, was van 1898-1900 werkzaam in de kolonie Walden van Frederik van Eeden. Hij werd red. v. Het Vaderland, secretaris v.d. Wereldbibliotheek 1913, onderdirecteur 1916, directeur 1925.
Dichter; Verzen, gebundeld in twee delen, 1905 en 1912. Van veel meer betekenis als romanschrijver: Quia absurdum (Omdat het ongerijmd is), 1906; eerst verschenen in De Beweging. De Stille Lach, 1916. Schreef ook voor het toneel.
Vertaler van Goethe's Faust en van Het Nieuwe Leven van Dante. Vorser op het gebied der parapsychologie: Uit de diepten der ziel. Tat tvam asi (dat ben jij), roman, 1933; berust op Indische wijsheid, verdedigt ontwapening, wereldproductie en de Verenigde Staten van Europa. Oorlog, feestgelag ter herdenking van Erasmus, 1936. In de oorlogstijd van 1939 verscheen zijn satire Het Spiegeltje van Venus, ‘proeve ener bijdrage tot de geestelijke en morele herbewapening der planeet Valdoloris’. Bloemlezing Uit zijn Werk door C.E. v. Suchtelen-Van der Werff bij de 60ste verjaardag van de schrijver, 1938; uit zijn eigen en vertaalde gedichten, uit romans, schetsen, toneel, uit de inleidingen van zijn vertalingen, uit zijn geschriften over wijsbegeerte en psychologie. Op zijn 70ste verjaardag kwam er een verzamelbundel uit onder leiding van Victor van Vriesland: Het werk en de mens. Medewerkers: P.H. Ritter, Mea Nyland-Verwey, J.W. Schotman e.a. De Verzamelde Werken verschijnen sedert 1948.