Letterkundig woordenboek voor Noord en Zuid
(1952)–K. ter Laan– Auteursrecht onbekend[Den Stommen Ridder]Stommen Ridder, Den -, tragicomedie, 3 maanden voor zijn dood door Bredero voltooid; zie daar. De Christenridder Palmerijn verdwaalt op jacht in een Turkse streek; hij besluit, zich als een stomme voor te doen. Aartsche Diana, de sultansdochter en Aardighe, een nicht, treden on als ‘jagerinnen’ en zingen het bekend geworden lied: Het zonnetje steeckt zijn hoofjen op
En bestraalt der berghen top
Met zijn lichjes.
Na veel avonturen trouwt Palmerijn met Diana. De figuren van Amoureusje, Manshooft, Moersgoelick en Modde van Gompen, in scherpe tegenstelling met de ridders en jonkvrouwen; zie kluchtig tussenspel. Het stuk werd gespeeld op de Academie, 1618, en opnieuw ‘op d'Amsterdamsche Kamer’ in 1635. |
|