[Jacob Steendam]
Steendam, Jacob -, 1616-vóór 1673, lid van de ‘Dightschool’ van Jan Zoet. Hij was 1640 ‘kranckbesoecker’ geweest op de Goudkust en werd later voorzanger te Zaandam. In 1649 gaf hij Minne-Sinnebeelden en andere verzen uit in de bundel De Distelvink. Van 1650-'62 was hij koopman te Nieuw-Amsterdam; van 1659 is zijn Klacht van Nw. Amsterdam, van 1661 Tlof van Nieuw-Nederland, van 1662 dagtekenen zijn Prickel-Vaersen achter het plan van kolonisatie van P.C. Plockhoy. Weldra was hij weer in het land terug; in 1666 ging hij als ziekentrooster naar Indië en werd weesvader te Batavia, waar hij 1670 een Lofdicht op de Stad Batavia schreef en aldus onze eerste koloniale dichter werd. Over hem een studie van S. Kalff in de Indische Gids van 1907.
Hij schreef een satire op rijm tegen Vondels Adam in Ballingschap:
die in Ballingschap Gods Eden